ECLI:NL:RBZWB:2025:6570

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
1 oktober 2025
Zaaknummer
AWB-24_8305
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de aanslag rioolheffing en de vraag naar het belastbaar feit

Op 1 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over de aanslag rioolheffing opgelegd aan een belanghebbende, eigenaar van een bosperceel in Hilvarenbeek. De heffingsambtenaar had op 24 februari 2024 een aanslag rioolheffing opgelegd voor het jaar 2024, maar het bezwaar van de belanghebbende tegen deze aanslag werd ongegrond verklaard, ondanks dat de WOZ-waarde van het perceel was verlaagd. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende op 20 augustus 2025 behandeld, waarbij de heffingsambtenaar werd vertegenwoordigd door mr. A.K. Bisoen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het bosperceel, waarop een houten schuurtje staat, niet is aangesloten op de gemeentelijke riolering. De heffingsambtenaar betoogde dat het hemelwater dat in de grond gaat, indirect leidt tot een aansluiting op het riool, maar de rechtbank oordeelde dat de afstand van honderden meters tot de dichtstbijzijnde riolering dit niet ondersteunt. De rechtbank concludeerde dat er geen belastbaar feit aanwezig was en dat de aanslag rioolheffing onterecht was opgelegd.

De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de aanslag en bepaalde dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51 aan de belanghebbende moest vergoeden. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/8305

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 oktober 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 5 november 2024.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 24 februari 2024 aan belanghebbende voor het jaar 2024 onder andere een aanslag rioolheffing eigenaar niet-woning (aanslag rioolheffing) opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende gedeeltelijk gegrond verklaard. Daarbij is de WOZ-waarde van de niet-woning aan [adres] verminderd naar € 11.000. Het bezwaar tegen de aanslag rioolheffing is ongegrond verklaard.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 20 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, en namens de heffingsambtenaar mr. A.K. Bisoen.

Feiten

2. Belanghebbende is eigenaar van het perceel aan [adres] te [plaats]. Het betreft een bosperceel van 9.150 m² met daarop een houten schuurtje.
2.1.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een aanslag rioolheffing van € 194,32 opgelegd.

Overwegingen

3. De gemeenteraad van de gemeente Hilvarenbeek heeft op 28 november 2023 de “Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2024” (de Verordening rioolheffing 2024) vastgesteld. Daarin is onder meer bepaald:

“Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

(…)
2. Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een belasting geheven van de eigenaar van een perceel, welke niet tot bewoning dient, dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering en van waaruit water direct of indirect de gemeentelijke riolering kan worden afgevoerd. Verder te noemen: eigenarendeel niet-woningen.
(..)”
3.1.
Niet in geschil is dat op het bosperceel een houten schuurtje is gelegen zonder elektriciteitsaansluiting, zonder gasaansluiting, zonder wateraansluiting en zonder aansluiting op het riool. Ter zitting heeft belanghebbende gesteld dat de dichtstbijzijnde riolering op zeker honderden meters afstand, waarschijnlijk ongeveer 1.000 meter afstand, van het perceel is gelegen. De heffingsambtenaar heeft dit niet betwist en heeft gesteld dat dat niet uitmaakt. De heffingsambtenaar betoogt dat het enkele feit dat hemelwater de grond in gaat, dat het grondwaterpeil verhoogt binnen de gemeente en het gegeven dat de gemeente verantwoordelijk is voor de waterhuishouding, voldoende is voor de conclusie dat sprake is van indirecte aansluiting op het riool. Het hemelwater komt uiteindelijk terecht bij een gemeentelijke riolering, aldus de heffingsambtenaar.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een belastbaar feit. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van een indirecte aansluiting op het riool van het bosperceel reeds gelet op de afstand van honderden meters tot het dichtstbijzijnde riool. Om die reden is er geen sprake van een belastbaar feit en is de aanslag rioolheffing naar het oordeel van de rechtbank onterecht opgelegd aan belanghebbende.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is gegrond. De aanslag rioolheffing eigenaar niet-woning moet worden vernietigd.
4.1.
Belanghebbende komt niet in aanmerking voor proceskostenvergoeding reeds omdat daar niet om is gevraagd. Wel moet de heffingsambtenaar aan belanghebbende het griffierecht vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vernietigt de aanslag rioolheffing eigenaar niet-woning;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 51 aan belanghebbende moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A. Burgers, rechter, in aanwezigheid van mr. W.M.C. Oomen, griffier, op 1 oktober 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.