ECLI:NL:RBZWB:2025:6539

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 oktober 2025
Publicatiedatum
30 september 2025
Zaaknummer
02-700051-17
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 1 oktober 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1989 en verblijvende in een tbs-instelling. De rechtbank behandelde de vordering van de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, die vroeg om verlenging van de tbs met twee jaar. De rechtbank constateerde dat de tbs op 29 september 2023 was aangevangen en dat de betrokkene eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar en tbs wegens het medeplegen van doodslag en het overtreden van de Wet wapens en munitie. Tijdens de zitting op 17 september 2025 werd de betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N. Wouters, en een deskundige van de tbs-instelling. De tbs-instelling adviseerde tot verlenging van de tbs, omdat er bij de betrokkene sprake was van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik, met een hoog recidiverisico bij verval van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eiste, gezien het nog aanwezige recidivegevaar en de noodzaak voor verdere behandeling. De rechtbank besloot de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, in plaats van de door de verdediging gevraagde verlenging van één jaar. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-700051-17
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 1 oktober 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
verblijvende te [tbs-instelling] ,
raadsvrouw: mr. N. Wouters, advocaat te Middelburg.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 24 juli 2025 die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] (hierna: betrokkene) tot en met 7 juli 2025;
- het rapport van [tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) van 10 juli 2025, waarin het advies van de tbs-instelling is vermeld.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch van 23 maart 2020 is betrokkene wegens het medeplegen van doodslag en het overtreden van de Wet wapens en munitie veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren met aftrek van het voorarrest en tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 29 september 2023 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 17 september 2025 is de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw.
Verder is gehoord als deskundige [naam] , klinisch-psycholoog – psychotherapeut bij de tbs-instelling.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar. De tbs-instelling heeft daartoe aangevoerd dat bij betrokkene sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik en dat de kernproblematiek die ten grondslag ligt aan het indexdelict nog steeds actueel is. Volgens de kliniek is er een hoog recidiverisico bij verval van de huidige maatregel met bijbehorende zorg en toezicht. Wanneer de maatregel zou wegvallen, zal betrokkene uitwijken naar zijn antisociale netwerk om aan geld te komen en zal hij geen weerstand kunnen bieden aan verleidingen. Zijn copingvaardigheden zijn daartoe onvoldoende en hij zou verder ontregelen door het gebruik van cannabis. De huidige behandeling richt zich onder meer op het vergroten van het probleeminzicht (inzicht in de persoonlijkheids- en verslavingsproblematiek) en het verbeteren van de copingvaardigheden. Naar verwachting neemt de afwikkeling van het behandel- en resocialisatietraject meer dan twee jaar in beslag.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog het volgende toegevoegd. Hoewel de antisociale persoonlijkheidsstoornis zichtbaar afneemt, vertoont betrokkene nog steeds antisociaal gedrag door bepaalde dingen buiten het zicht van het behandelteam te houden. De aankomende zes weken zal betrokkene hard moeten werken en verbeterslagen moeten maken alvorens het begeleid verlof kan worden hervat. Door middel van de verloven kan worden bezien hoe betrokkene omgaat met situaties waarin hij meer vrijheid heeft. Dat kost tijd.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij baat heeft bij de tbs-maatregel. Hij geeft aan het resocialisatietraject binnen een kortere periode dan twee jaar te kunnen afronden maar hij denkt wel dat een jaar daarvoor te kort is. Hij is gemotiveerd om op een positieve manier terug te keren in de maatschappij en zijn gestelde doelen te behalen.
De verdediging heeft verzocht de tbs-maatregel slechts met één jaar te verlengen, zodat over een jaar opnieuw kan worden bekeken waar betrokkene in zijn traject staat. Betrokkene meent dat hij het komende jaar snel stappen kan zetten, waardoor de tbs mogelijk voorwaardelijk kan worden beëindigd.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. Immers, uit de rapportage van de tbs-instelling en de toelichting van de deskundige ter zitting is gebleken dat er slechts beperkt wijzigingen in de diagnostiek hebben plaatsgevonden en dat betrokkene nog steeds kampt met een persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. Het recidiverisico wordt bij het wegvallen van de tbs-maatregel als hoog geschat. In het traject van betrokkene moeten nog veel stappen worden gezet waarbij de verwachting is dat hiervoor nog enkele jaren nodig zijn.
In het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding de termijn van de verlenging van de tbs niet te beperken tot één jaar. Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
betrokkenemet
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.W. Louwerse, voorzitter, mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en mr. L.W. Boogert, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.S.S. Fanis en is uitgesproken ter openbare zitting op 1 oktober 2025.