ECLI:NL:RBZWB:2025:6461

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
29 september 2025
Zaaknummer
11681447 CV EXPL 25-1572 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • K. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis inzake niet geleverde bestelling

In deze zaak heeft [consument] verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 5 februari 2025, waarin hij was veroordeeld tot betaling van een bedrag aan Alektum B.V. [consument] betwist dat hij de bestelde jas van Eurotops heeft ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Alektum, als rechtsopvolger van Eurotops, niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de bestelling daadwerkelijk aan [consument] is geleverd. De kantonrechter oordeelt dat het verzet gegrond is, omdat de bewijslast bij Alektum ligt en de overgelegde documenten niet aantonen dat de jas op het juiste adres is bezorgd. Hierdoor is de vordering van Alektum niet toewijsbaar en wordt het verstekvonnis vernietigd. Alektum wordt veroordeeld in de proceskosten, terwijl de kosten van het verstekvonnis voor rekening van [consument] blijven, omdat hij niet in eerste instantie is verschenen. Het vonnis is uitgesproken op 24 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11681447 \ CV EXPL 25-1572
Vonnis van 24 september 2025
in de zaak van
[consument],
te [plaats] ,
eiser in verzet, oorspronkelijk gedaagde,
hierna te noemen: [consument] ,
gemachtigde: mr. G.S. de Haas,
tegen
ALEKTUM B.V.,
te Amsterdam,
gedaagde in verzet, oorspronkelijk eiseres,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso.

1.De zaak in het kort

[consument] heeft op de webshop van Eurotops een bestelling geplaatst. [consument] betwist dat hij het bestelde artikel van Eurotops ontvangen heeft. Alektum (de rechtsopvolger van Eurotops), moet bewijzen dat [consument] de bestelling wel ontvangen heeft. De kantonrechter vindt de door Alektum overgelegde uitdraai van GLS hiervoor onvoldoende. Het verzet is gegrond. Dit betekent dat [consument] de door Alektum gevorderde hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten niet aan Alektum hoeft te betalen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
a. het verstekvonnis van de kantonrechter te Breda met zaak/rolnummer 11342585 CV EXPL 24-3631 van 5 februari 2025 met de daarin genoemde stukken;
b. de verzetdagvaarding van 14 april 2025 met producties;
c. de conclusie van antwoord in verzet met producties;
d. de conclusie van repliek in verzet.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[consument] heeft op 29 maart 2023 op de webshop van EUROtops Versand GmbH (verder: Eurotops) een jas besteld. Bij de bestelling is het adres [adres] opgegeven. Dit is het adres waar [consument] op het moment van plaatsen van de bestelling woonachtig was en nog steeds woonachtig is.
3.2.
Eurotops heeft bij factuur van 29 maart 2023 een bedrag van € 274,99 aan [consument] in rekening gebracht.
3.3.
Eurotops heeft haar vordering op [consument] door middel van een akte van cessie verkocht en in eigendom overgedragen aan Alektum.
3.4.
Alektum heeft op 8 augustus 2023 telefonisch contact gehad met [consument] . [consument] heeft in dit gesprek aan Alektum kenbaar gemaakt dat hij de betreffende jas niet ontvangen heeft. [consument] had deze mededeling al eerder aan Eurotops gedaan.
3.5.
De gemachtigde van Alektum heeft [consument] bij brief van 6 oktober 2023 schriftelijk in gebreke gesteld en gesommeerd het verschuldigde bedrag van € 274,99 binnen 14 dagen na de ontvangst van de brief aan Alektum te voldoen. Tevens heeft de gemachtigde van Alektum in deze brief aangezegd dat [consument] bij niet tijdige betaling tevens de buitengerechtelijke incassokosten van € 41,25 en wettelijke rente aan Alektum verschuldigd is.

4.Het geschil

4.1.
De vordering van [consument] in verzet strekt ertoe -samengevat- dat hij ontheven wordt van de veroordeling tegen hem uitgesproken in het verstekvonnis van 5 februari 2025 (zaaknummer 11342585 CV EXPL 24-3631) en dat de vordering van Alektum alsnog wordt afgewezen, met veroordeling van Alektum in de proceskosten.
4.2.
Alektum heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het verzet.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Ontvankelijkheid van het verzet
5.1.
De kantonrechter dient, alvorens aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering toe te komen, te beoordelen of [consument] in zijn vordering ontvankelijk is. Ten aanzien van de tijdigheid van het door [consument] ingestelde verzet overweegt de kantonrechter als volgt.
5.2.
Op grond van artikel 143 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet verzet tegen een veroordeling bij verstek worden gedaan binnen vier weken na betekening van het vonnis in persoon of van enige uit kracht daarvan opgemaakte of ter uitvoering daarvan strekkende akte aan de veroordeelde in persoon, of na het plegen door deze van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is.
5.3.
Het verstekvonnis is niet, zoals blijkt uit het door Alektum overgelegde exploot van 11 maart 2025, aan [consument] in persoon betekend. Op 1 april 2025 is het derdenbeslag in persoon aan [consument] betekend, waarna de verzettermijn van vier weken is gaan lopen. De verzetdagvaarding is vervolgens op 14 april 2025 door (de gemachtigde van) [consument] uitgebracht. Het verzet is gelet hierop tijdig ingesteld. [consument] is dan ook in zijn verzet ontvankelijk.
Bestelling en levering
5.4.
Alektum heeft aan haar inleidende vordering ten grondslag gelegd dat [consument] op de webshop van Eurotops een bestelling heeft gedaan, dat deze bestelling aan [consument] is geleverd en [consument] vervolgens nagelaten heeft de betreffende betaling aan haar (rechtsvoorgangster) te voldoen.
5.5.
Tussen partijen staat vast dat [consument] de betreffende bestelling op de webshop van Eurotops heeft geplaatst.
5.6.
Op grond van artikel 7:26 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) moet de koopsom in beginsel worden betaald ten tijde van de aflevering. [consument] betwist dat hij de gestelde bestelling van Eurotops ontvangen heeft. Daarmee betwist [consument] de opeisbaarheid van de koopsom.
5.7.
Alektum draagt op grond van artikel 150 Rv de bewijslast van haar stelling dat de bestelling door of namens [consument] is ontvangen.
5.8.
Alektum stelt dat de bestelling naar het door [consument] aangeleverde adres ( [adres] ) is verzonden en dat dit adres overeenkomt met het adres waar [consument] op het moment van het plaatsen van de bestelling conform de Basisregistratie Personen woonachtig was. Alektum onderbouwt deze stelling door bij conclusie van antwoord in verzet een afleverbewijs over te leggen. De kantonrechter kan uit de door Alektum overgelegde uitdraai van GLS echter niet afleiden dat de bestelling op het opgegeven adres [adres] is bezorgd (er is geen adres vermeld), laat staan dat de bestelling door of namens [consument] in ontvangst is genomen. Ook ontbreekt de genoemde handtekening voor ontvangst.
5.9.
Voor zover Alektum stelt dat [consument] geen medewerking heeft verleend aan verzoeken van Eurotops en Alektum tot het ondertekenen van een verklaring en het verstrekken van informatie overweegt de kantonrechter dat deze omstandigheid niet met zich meebrengt dat in rechte ervan uit kan worden gegaan dat de bestelling door [consument] is ontvangen.
5.10.
Omdat niet is komen vast te staan dat de bestelling daadwerkelijk aan [consument] is geleverd, ontvalt daarmee de grondslag aan de vordering tot betaling van de koopprijs. De vordering van Alektum is daarom niet toewijsbaar.
5.11.
De conclusie is dan ook dat de kantonrechter het verzet van [consument] gegrond zal verklaren, het verstekvonnis zal vernietigen en de vordering van Alektum (alsnog) zal afwijzen.
Proceskosten
5.12.
Alektum is in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kosten van het betekenen van het verstekvonnis (€ 130,81 gelet op productie 8 van Alektum) en van het uitbrengen van de verzetdagvaarding zullen echter op grond van artikel 141 Rv voor rekening van [consument] komen, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat [consument] in eerste instantie niet is verschenen. Voor zover [consument] stelt dat de kosten voor rekening van Alektum zijn, omdat de inleidende dagvaarding niet in persoon aan [consument] is betekend overweegt de kantonrechter dat zij uitgaat van de juistheid van de verklaring van de deurwaarder “in persoon”, zoals opgenomen in het overgelegde exploot van dagvaarding van 24 september 2024. Dat de tekst “hem in persoon” op de dagvaarding is voorgedrukt betekent niet dat de verklaring van de deurwaarder per definitie niet op waarheid berust. Het kan namelijk ook zo zijn dat de deurwaarder de beschikking had over twee verschillende (voorgedrukte) exemplaren en hij, afhankelijk van het ter plaatse aantreffen van een persoon, de keuze heeft gemaakt voor het uitvaardigen van één van de twee dagvaardingen.
5.13.
De proceskosten van [consument] worden gelet op het vorenstaande begroot op:
- salaris gemachtigde € 164,00 + (2 punten x € 82,00)
- nakosten €
41,00(plus evt. kosten van betekening)
€ 205,00 -/-
- kosten betekening verstekvonnis €
130,81
€ 74,19

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart het verzet gegrond;
6.2.
vernietigt het door de kantonrechter te Breda op 5 februari 2025 tussen partijen uitgesproken verstekvonnis (bekend onder zaaknummer 11342585 CV EXPL 24-3631) en ontheft [consument] van de daarbij tegen hem uitgesproken veroordeling;
en opnieuw rechtdoende:
6.3.
wijst de vordering van Alektum af;
6.4.
veroordeelt Alektum in de proceskosten van € 74,19, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Alektum niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2025.