Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
Over de opzegtermijn is afgesproken dat deze een jaar is. Dat staat ook zo opgenomen in het contract. Ik was betrokken bij de ondertekening en meneer [huurder] was daarbij ook aanwezig. Het staat in artikel 3.4. Ik heb het hele contract opgesteld. Het contract was van tevoren al toegestuurd en bij het uitreiken van de sleutels werd het ondertekend. Er is per e-mail contact geweest over de opzegtermijn voor het eerste jaar. Voor het eerste jaar is een opzegtermijn van 4 maanden afgesproken. Er is niet gesproken over een opzegtermijn na het eerste jaar. Daarover staat een bepaling in het contract. Dat contract is ondertekend.
Ik was niet betrokken bij het sluiten van de huurovereenkomst tussen [naam 1] en meneer [huurder]. Ik weet niet wat er is afgesproken over de opzegtermijn van de huur.
Naar aanleiding van uw app op dinsdag 7 mei 2024 hebben we een gesprek gehad op donderdag 9 mei 2024 waarin u heeft aangegeven dat u het huurcontract wilt verbreken. U gaf aan dit zo spoedig mogelijk te willen verbreken. Hierbij heb ik aangegeven dat in het huurcontract staat beschreven dat u een huuropzegtermijn heeft van 12 maanden. Deze tijd is er normaliter om ons de gelegenheid te geven een nieuwe huurder te gaan vinden. Dit huurcontract bent u aangegaan met de vorige eigenaar van het pand dat hebben wij bij aankoop van het pand mee overgenomen. Wij willen graag met u meedenken. (…)”In een whatsapp-bericht aan [huurder] schrijft de heer Verpaalen namens Rebuild op 28 mei 2024: “
We hebben geen verlopen huurcontract. We hebben huurcontract overgenomen van de vorige eigenaar. Daarin staat dat u een jaar opzegtermijn heeft. Daarin willen wij meedenken.” Per brieven van 6 september 2024 en 3 oktober 2024 laat de gemachtigde aan [huurder] weten dat de opzegtermijn twaalf maanden is.