Uitspraak
[minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2011 te [geboorteplaats] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2014 te [geboorteplaats] ,
[minderjarige 3], geboren op [geboortedag 3] 2022 te [geboorteplaats] ,
1.Het procesverloop
- het op 5 mei 2025 ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
- het op 14 augustus 2025 ontvangen verweerschrift, tevens houdende zelfstandig verzoek, met bijlagen;
- de brief van 18 augustus 2025 van mr. Wigman, houdende een wijziging/aanvulling verzoek, met bijlagen;
- de brief van 19 augustus 2025 van mr. Wigman, houdende een wijziging/aanvulling verzoek.
- de man, bijgestaan door mr. Wigman;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Heesmans;
- een vertegenwoordigster namens de Raad.
2.De feiten
- de kinderen hebben hun hoofdverblijf bij de vrouw (artikel 2.1);
- de kinderen verblijven bij de vrouw en partijen zullen - in overleg met de kinderen - onderling afspraken maken over de contacten tussen de kinderen en de man (artikel 3.1);
- de ouders zijn overeengekomen de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt te gaan uitvoeren, waarbij de kinderen in de ene week van donderdag 08.45 uur tot zaterdag 09.00/09.30 uur bij de man verblijven alsmede in de andere week van donderdag 08.45 uur tot zondag 19.00 uur. Op de overige dagen verblijven de kinderen bij de vrouw. De ouder bij wie de kinderen verblijven, brengt hen naar de andere ouder (artikel 3.2);
- een keuze voor een (type) school maken de ouders gezamenlijk. De ouders zullen de kinderen afhankelijk van hun leeftijd en omstandigheden betrekken bij deze keuze (artikel 3.11);
- de ouders zullen dit ouderschapsplan jaarlijks en ten minste éénmaal per jaar met elkaar evalueren en daar waar nodig aanpassen. In ieder geval zal het ouderschapsplan worden aangepast indien een van de ouders een nieuwe partner krijgt of gaat verhuizen. Indien de ouders meningsverschillen hebben over de uitvoering van het ouderschapsplan of de invulling van de zorg en opvoeding, zullen ze eerst in goed overleg met elkaar een oplossing proberen te vinden. Indien dit niet mogelijk zou zijn, wenden zij zich tot een professionele derde (artikel 8);
- de ouders zullen deze regeling in goed onderling overleg kunnen aanpassen. Incidentele wijzigingen zullen op informele wijze overeengekomen kunnen worden, structurele wijzigingen uitsluitend schriftelijk (artikel 9).
3.De verzoeken
- primair:te bepalen dat het hoofdverblijf van de minderjarigen voortaan bij de man is gelegen, althans een onderzoek te gelasten uitgevoerd door de Raad naar het hoofdverblijf van de minderjarigen;
- primair:aan de man toestemming te verlenen, ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de vrouw, om [minderjarige 3] in te schrijven op [basisschool 1] of [basisschool 2] (naar de rechtbank begrijpt: in [woonplaats 2] ), en het zelfstandige verzoek van de vrouw met betrekking tot inschrijving op [basisschool 3] af te wijzen;
- subsidiair:in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te bepalen dat de minderjarigen volgens een cyclus van vier weken gedurende drie weekenden van vrijdag 08.30 uur tot maandag naar school (indien tot zondag, te bepalen dat de vrouw de minderjarigen om 19.00 uur bij de man ophaalt), in het vierde weekend van vrijdag 08.30 uur tot zaterdag 17.30 uur alsmede tijdens studie- en vrije dagen op de vrijdag en op de maandag, indien en met bepaling dat die dagen aansluiten op het omgangsweekend.
- te bepalen dat de man en de minderjarigen gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar in de ene week van vrijdag 08.30 uur tot zaterdag 09.00 uur en in de andere week van vrijdag 08.30 uur tot zondag 19.00 uur, waarbij de man de minderjarigen ophaalt en terugbrengt, alsmede tijdens de studiedagen van de minderjarigen voor zover die aansluiten op het weekend dat de minderjarigen bij de man verblijven;
- aan de vrouw toestemming te verlenen, naar de rechtbank begrijpt: ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man, om [minderjarige 3] in te schrijven op [basisschool 3] te [woonplaats 2] .
4.De standpunten
5.De beoordeling
- de ouders hebben inzicht in de (psychologische) gevolgen van de scheiding voor het kind;
- het kind heeft een stem in het scheidingsproces, voelt zich gehoord en gesteund;
- de (gezagdragende) ouders zorgen voor afspraken en beslissingen die in het belang zijn van het kind;
- het kind en de (gezagdragende) ouders hebben onbelast contact met elkaar.
- Past een verandering van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders bij de belangen van de minderjarigen?
- Zo ja, hoe moet die regeling er dan uit gaan zien (qua aard, duur en frequentie)?
- Welke van de door de ouders voorgestelde basisscholen past het meest bij de belangen van [minderjarige 3] ?
6.De beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2011 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2014 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedag 3] 2022 te [geboorteplaats] ,
dinsdag 26 mei 2026 PRO FORMA, of zoveel eerder als mogelijk is, de UHA-rapportage over het verloop en de resultaten van het (jeugd)hulptraject bij de griffie van de rechtbank in te dienen;
mr. Struijs, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier.
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.