ECLI:NL:RBZWB:2025:6392

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 augustus 2025
Publicatiedatum
24 september 2025
Zaaknummer
BRE 25_2509
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 25 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg behandeld. Het college had op 7 november 2024 een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van kamerverhuur in een pand. Eiseres heeft echter het griffierecht van € 187,- niet tijdig betaald, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van haar beroep. De rechtbank oordeelt dat het niet betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien eiseres geen redenen heeft opgegeven voor het verzuim. De griffier had eiseres eerder in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar dit is niet gebeurd. Hierdoor blijft het bestreden besluit in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 25/2509

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 augustus 2025 in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats] , eiseres
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van het college van 7 november 2024. Bij dit besluit is er een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van kamerverhuur, in het pand aan de [adres] , op grond van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 187,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiseres het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 23 juni 2025 in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
5. Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van L.J. Sijtsma, griffier, op 25 augustus 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.