ECLI:NL:RBZWB:2025:6390
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzuimboete omzetbelasting opgelegd aan een ondernemer
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 september 2025, wordt het beroep van een maatschap tegen een verzuimboete van € 137 wegens het niet-tijdig indienen van de opgaaf van intracommunautaire prestaties (ICP) beoordeeld. De inspecteur van de Belastingdienst had de verzuimboete opgelegd voor het derde kwartaal van 2023, omdat de opgaaf ICP niet voor de uiterste termijn van 31 oktober 2023 was ingediend. De rechtbank behandelt het beroep en de argumenten van de belanghebbende, die stelt dat zij alles heeft gedaan om de opgaaf tijdig in te dienen. De rechtbank concludeert dat de verzuimboete terecht is opgelegd, omdat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij alle zorg heeft betracht om het verzuim te voorkomen. De rechtbank oordeelt dat de herinneringsbrief, die aan de belanghebbende was verzonden, duidelijk was en dat het aan de belanghebbende was om ervoor te zorgen dat de opgaaf tijdig werd ingediend. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de verzuimboete in stand blijft en de belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.