ECLI:NL:RBZWB:2025:6382
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur inzake overdrachtsbelasting en kwalificatie van onroerende zaak als woning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 september 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. Belanghebbende had op 29 september 2023 een bedrag van € 36.608 aan overdrachtsbelasting voldaan voor de verkrijging van een onroerende zaak, die hij als woning wilde gebruiken. De inspecteur verklaarde het bezwaar van belanghebbende ongegrond, omdat de onroerende zaak op het moment van verkrijging niet als woning kwalificeerde. De rechtbank behandelt de zaak en concludeert dat het tarief van 2% voor woningen niet van toepassing is, omdat de onroerende zaak oorspronkelijk als kantoorpand was ontworpen en niet naar zijn aard bestemd was voor bewoning. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet in strijd heeft gehandeld met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt het griffierecht niet terug. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.