ECLI:NL:RBZWB:2025:6362
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen terugvordering bijstandsuitkering
Op 23 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I. Car, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen. Verzoekster had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening tegen de terugvordering van haar bijstandsuitkering, die door het college was opgelegd met een besluit van 30 juni 2025. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat verzoekster het griffierecht van € 53,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had verzoekster in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen binnen twee weken na dagtekening van een aangetekende brief, maar verzoekster heeft dit verzuimd zonder enige verontschuldiging. Hierdoor kon de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk beoordelen en werd het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.