Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
- het (factuur)bedrag van € 318,83,met ingang van 17 november 2025,
telkens tot de dag van volledige betaling,
september 2025.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vordert een schoonmaakbedrijf betaling van twee facturen voor uitgevoerde schoonmaakwerkzaamheden. De klant betwistte aanvankelijk de verschuldigdheid van de facturen, maar erkende deze tijdens de zitting. De klant vorderde echter ook schadevergoeding voor een lamp die tijdens de werkzaamheden beschadigd zou zijn. De kantonrechter heeft de vordering van het schoonmaakbedrijf toegewezen en de tegenvordering van de klant afgewezen. De klant had onvoldoende bewijs geleverd voor de schade aan de lamp en de kantonrechter oordeelde dat de klant de openstaande facturen moest betalen. De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten toegewezen aan het schoonmaakbedrijf. De proceskosten zijn voor rekening van de klant, die in het ongelijk is gesteld.