Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
.Na de trap bewogen zijn bovenlichaam en hoofd naar rechts. [slachtoffer] tilde vervolgens zijn hoofd op, waarna [medeverdachte 1] met gebalde vuist drie keer in de richting van het hoofd sloeg, waarvan twee slagen in ieder geval raak waren. Hij werd toen tegengehouden door een omstander, maar maakte nog een korte trappende beweging richting het gezicht van [slachtoffer]. [slachtoffer] lag nog steeds op de grond met opgeheven hoofd en greep naar zijn hoofd. [slachtoffer] is hierna op de grond blijven liggen en later met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd. Aldaar is geconstateerd dat het letsel bestond uit een blauwe verkleuring op de rechterwang voor het oor en een scheurwond van ca 1 cm onder het oog. [slachtoffer] is enige tijd buiten bewustzijn geweest en heeft een zware hersenschudding opgelopen. Uit informatie van de radioloog blijkt dat sprake was van weke delen letsel. De CT-scans van aangezicht, hersenen en nekwervels lieten geen traumatische afwijkingen zien. Wegens aanhoudende klachten werd [slachtoffer] gezien door de neuroloog die concludeerde dat sprake is van posttraumatische spanningshoofdpijn met concentratieproblemen, vermoeidheid en vergeetachtigheid.
- meermalen te slaan en/of te stompen tegen het gezicht en/of hoofd en/of lichaam, en
- meermalen te schoppen tegen het hoofd en/of lichaam.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
€ 18.954,22.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een taakstraf van 150 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen;
[slachtoffer]van
€ 11.201,=,waarvan € 9.201,= aan materiële schade en € 2.000,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
(feit 1 en 2), € 11.201,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
91 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
[slachtoffer], door die [slachtoffer]
- meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of te stompen tegen het gezicht en/of hoofd en/of
lichaam, en/of
- meermalen, althans eenmaal, te schoppen en/of te trappen tegen het hoofd en/of lichaam;
(Artikel art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht)