ECLI:NL:RBZWB:2025:6285
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een slijtersvergunning door de burgemeester en de beoordeling van beroepsgronden tegen de omgevingsvergunning
Deze uitspraak betreft de toekenning van een slijtersvergunning door de burgemeester van de gemeente Zundert aan vergunninghouder, de heer [persoon 1], die een supermarkt exploiteert. Eiser, die het niet eens is met de verleende vergunning, heeft beroep ingesteld en voert verschillende beroepsgronden aan. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag en komt tot de conclusie dat de burgemeester de slijtersvergunning terecht heeft verleend. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard.
De feiten van de zaak zijn als volgt: vergunninghouder heeft op 30 november 2023 een aanvraag ingediend voor een slijtersvergunning, die op 30 april 2024 door de burgemeester is verleend. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de burgemeester heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser stelt dat de vergunning in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, omdat zijn eigen aanvraag voor een slijtersvergunning eerder was afgewezen. De rechtbank stelt vast dat de burgemeester de vergunning heeft verleend op basis van de Alcoholwet, die geen weigeringsgronden bevatte in dit geval.
De rechtbank legt uit dat de burgemeester bij het verlenen van de vergunning gebonden is aan de voorwaarden van de Alcoholwet en dat er geen ruimte is voor het afwegen van andere belangen. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er sprake is van gelijke gevallen, waardoor zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de burgemeester.