Op 17 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres B.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft beroep ingesteld omdat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar bezwaren tegen de toekenning en beëindiging van een loongerelateerde WGA-uitkering. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, aangezien het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 10 maart 2025 in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV binnen vier maanden na de uitspraak alsnog moet beslissen op de bezwaren. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van het griffierecht en proceskosten, die door het UWV moeten worden betaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.