Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser,
Dienst Toeslagen.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Op het moment dat verweerder gebruik maakt van de adviescommissie, geldt een termijn van twaalf weken. Uit de processtukken en het verweerschrift wordt niet duidelijk of gebruik is gemaakt van de adviescommissie. De rechtbank zal daarom uitgaan van een beslistermijn van zes weken. Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 6 maart 2025 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft verweerder op 3 juli 2025 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op uiterlijk op 30 april 2026 alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 53,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 453,50 aan proceskosten aan eiser.