Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
verduistering gepleegd door haar die het goed uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft
een gevangenisstraf van 18 (achttien) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
9.Bijlage I
met 7 april 2018 te Goes, in elk geval in Nederland, (telkens)
opzettelijk een geldbedrag (in totaal ongeveer 282.120,86 euro, in ieder geval
ongeveer 50.696,99 euro), in elk geval enig goed dat geheel of ten dele toebehoorde
aan [stichting], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte,
en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten
als administratief medewerkster/secretaresse, in elk geval anders dan door misdrijf
onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;