ECLI:NL:RBZWB:2025:610

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
7 februari 2025
Zaaknummer
11270951 CV EXPL 24-3033 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling op basis van betwiste overeenkomst tussen Alektum Capital V AG en gedaagde

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert de rechtspersoon Alektum Capital V AG, gevestigd in Zwitserland, betaling van een factuur van € 77,00 op basis van een gestelde overeenkomst met Zalando. De gedaagde, die in persoon procedeert, betwist echter het bestaan van deze overeenkomst. De kantonrechter heeft de vorderingen van Alektum afgewezen, omdat Alektum niet voldoende onderbouwd heeft aangetoond dat de gedaagde de overeenkomst is aangegaan. De kantonrechter overweegt dat de gedaagde niet zelf de bestelling heeft geplaatst en dat er twijfel bestaat over de identiteit van de persoon die de bestelling heeft gedaan. De kantonrechter concludeert dat Alektum niet aan haar stelplicht heeft voldaan en dat de vordering als onvoldoende onderbouwd moet worden afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een toetsing van de informatieverplichtingen van Alektum, aangezien de vordering reeds is afgewezen. De proceskosten worden aan de zijde van de gedaagde begroot op nihil, omdat deze zonder gemachtigde heeft geprocedeerd en geen kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11270951 \ CV EXPL 24-3033
Vonnis van 5 februari 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALEKTUM CAPITAL V AG,
te Zug (Zwitserland),
eisende partij,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [plaats 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

1.1.
In deze zaak gaat het om het volgende. Alektum vordert betaling van een factuur op grond van een gestelde overeenkomst tussen Zalando en [gedaagde] . [gedaagde] betwist het bestaan van die overeenkomst.
1.2.
De kantonrechter wijst de vorderingen van Alektum af. Hieronder legt de kantonrechter dit oordeel uit.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek met producties;
- de akte van Alektum.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Op naam van [gedaagde] (hierna: de koper) is op 9 juni 2023 via de website van Zalando SE een bestelling gedaan voor een bedrag van € 77,00. Bij de bestelling is het [adres] te [plaats 2] opgegeven. [gedaagde] is niet zelf op het [adres] te [plaats 2] woonachtig. Wel zijn de ouders van [gedaagde] op dit adres woonachtig. Het e-mailadres waarmee de bestelling is geplaatst is [e-mailadres] .
3.2.
Zalando SE heeft op 12 juni 2023 het factuurbedrag van € 77,00 bij de koper in rekening gebracht.
3.3.
Zalando SE heeft haar vordering in eigendom overgedragen aan Zalando Payments GmbH. Laatstgenoemde heeft haar vordering middels een akte van cessie verkocht en in eigendom overgedragen aan Alektum.
3.4.
De gemachtigde van Alektum heeft de koper bij brief van 7 december 2023 schriftelijk in gebreke gesteld en gesommeerd het verschuldigde bedrag van € 77,00
binnen 14 dagen na de ontvangst van de brief aan Alektum te voldoen. Tevens heeft de gemachtigde van Alektum in deze brief aangezegd dat koper bij niet tijdige betaling tevens de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 en wettelijke rente aan Alektum verschuldigd is.

4.Het geschil

4.1.
Alektum vordert -samengevat- veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 122,18 (bestaande uit de hoofdsom van € 77,00, de incassokosten van € 40,00 en de wettelijke rente berekend tot 25 juli 2024 van € 5,18), te vermeerderen met rente en kosten.
4.2.
Alektum legt aan de vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft via de webshop van Zalando een product besteld. Dit product is ook aan [gedaagde] geleverd, te weten op het [adres] te [plaats 2] .
4.3.
[gedaagde] betwist in zijn verweer dat hij de door Alektum gestelde bestelling bij Zalando heeft gedaan. Ook betwist [gedaagde] dat hij het betreffende product van Zalando ontvangen heeft.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

rechtsmacht en toepasselijk recht
5.1.
Omdat Alektum is gevestigd in Zwitserland en [gedaagde] in Nederland woont, heeft deze zaak een internationaal karakter. Dit houdt in dat de kantonrechter ambtshalve de vraag moet beantwoorden of de Nederlandse rechter bevoegd is om deze zaak te behandelen.
5.2.
Nederland en Zwitserland zijn beide partij bij het Verdrag van Lugano 2007 (het EVEX II-verdrag). De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] een consument is en woonachtig is in Nederland. Dit leidt op grond van artikel 15 en 16 EVEX II-verdrag tot de conclusie dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.3.
Verder is van belang welk recht op deze zaak van toepassing is. Alektum heeft gesteld dat zij door cessie de vordering van Zalando Payments GmbH overgedragen heeft gekregen. De betrekking tussen Alektum als cessionaris (rechthebbende op de vordering door cessie) en [gedaagde] als (gesteld) schuldenaar, wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op de gecedeerde vordering. Dat volgt uit artikel 14 lid 2 Verordening (EG) 593/2008 (Rome I).
Op grond van artikel 6 van deze verordening geldt in geval van een consumentenovereenkomst zoals hier dat het recht van toepassing is van het land waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft. Aangezien [gedaagde] in Nederland woont, betekent dit dat Nederlands recht moet worden toegepast. De kantonrechter zal de zaak dan ook inhoudelijk beoordelen naar Nederlands recht.
inhoudelijke beoordeling
5.4.
Als meest verstrekkend verweer heeft [gedaagde] aangevoerd dat hij niet degene is geweest die een bestelling heeft geplaatst, zodat daarmee naar het oordeel van de kantonrechter is betwist dat er een overeenkomst is gesloten.
5.5.
De kantonrechter overweegt dat, nu in geschil is of er sprake is van een overeenkomst, het aan Alektum is om voldoende onderbouwd te stellen dat sprake is van een overeenkomst. Geoordeeld wordt dat Alektum niet aan de op haar rustende stelplicht heeft voldaan.
5.6.
Ter onderbouwing van de stelling dat [gedaagde] de contractspartij is geweest wordt enkel (nader) gesteld dat de aangeleverde gegevens overeenkomen met de persoonsgegevens van [gedaagde] . Vaststaat echter dat het opgegeven woonadres het ouderlijk huis van [gedaagde] is en hij hier zelf al geruime tijd niet meer woonachtig is. Door [gedaagde] wordt vervolgens gemotiveerd betwist dat het opgegeven e-mailadres ( [e-mailadres] ) zijn e-mailadres is. [gedaagde] stelt en onderbouwt dat hij twee andere persoonlijke e-mailadressen in gebruik heeft. Daardoor is onzeker of [gedaagde] de gestelde bestelling daadwerkelijk heeft gedaan. De mogelijkheid blijft open dat, zoals door [gedaagde] is gesteld, misbruik is gemaakt van zijn gegevens. Nu Alektum degene is die een beroep doet op het bestaan van de koopovereenkomst, is het aan haar om aan te tonen dat [gedaagde] degene is die de koopovereenkomst is aangegaan.
5.7.
Een aanknopingspunt kan zijn dat, zoals door Alektum is gesteld, de bestelling (op verzoek van [gedaagde] ) op het ouderlijk woonadres van [gedaagde] is geleverd. Alektum onderbouwt deze stelling door bij conclusie van repliek een afleverbewijs over te leggen.
De kantonrechter kan uit de door Alektum overgelegde uitdraai van DHL echter niet afleiden dat de bestelling op het opgegeven [adres] te [plaats 2] is bezorgd (er is geen adres vermeld), laat staan dat de bestelling door of namens [gedaagde] in ontvangst is genomen. Ook ontbreekt de genoemde handtekening voor ontvangst.
5.8.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering van Alektum als onvoldoende onderbouwd zal worden afgewezen.
5.9.
Nu de vordering van Alektum zal worden afgewezen, is een (ambtshalve) toetsing van de (pre)contractuele informatieverplichtingen van Alektum niet meer aan de orde.
proceskosten
5.10.
Alektum zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, met dien verstande dat deze kosten aan de kant van [gedaagde] worden begroot op nihil, nu [gedaagde] zonder bijstand van een gemachtigde heeft geprocedeerd en gesteld noch gebleken is dat hij anderszins kosten heeft gemaakt in het kader van deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van Alektum af;
6.2.
veroordeelt Alektum in de proceskosten van [gedaagde] op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2025.