ECLI:NL:RBZWB:2025:6073
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake gezinsbijslag en onderzoek naar aard van uitkeringen
Op 15 september 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een tussenuitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb). Eiseres heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Svb van 22 maart 2024, waarin werd medegedeeld dat de gezinsbijslag uit Zwitserland zou worden afgetrokken van haar Nederlandse gezinsbijslag. Eiseres, die gescheiden is van haar ex-partner die in Zwitserland werkt, betwist dat zij ooit heeft geweten dat haar ex-partner gezinsbijslag ontving en stelt dat zij dit geld nooit heeft ontvangen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Svb onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de aard van de gezinsbijslag uit Zwitserland in vergelijking met de Nederlandse gezinsbijslag. Volgens het arrest Wiering van het Hof van Justitie van de Europese Unie mogen gezinsuitkeringen alleen op elkaar in mindering worden gebracht als zij van dezelfde aard zijn. De rechtbank heeft de Svb de gelegenheid gegeven om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en om te onderzoeken of de gezinsbijslag uit Zwitserland van dezelfde aard is als de Nederlandse gezinsbijslag. De Svb heeft acht weken de tijd om dit te doen, en als zij hiervan geen gebruik maakt, moet zij dit binnen twee weken aan de rechtbank meedelen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.
Deze tussenuitspraak is openbaar gemaakt en er staat nog geen hoger beroep open tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft de partijen op de hoogte gesteld van deze uitspraak.