Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2] B.V.,
3.
[gedaagde 3] B.V.,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 augustus 2025, vordert eiseres, een ex-partner van gedaagde, ontruiming van de woning die zij samen bewoonden. Gedaagde verblijft nog in de woning en houdt daar ook dieren. De voorzieningenrechter moet beoordelen of er sprake is van een spoedeisend belang en of de vordering in de bodemprocedure kans van slagen heeft. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen overeenkomst is die gedaagde het recht geeft om in de woning te blijven. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen, met een termijn van vier maanden voor gedaagde om de woning te verlaten. De voorzieningenrechter houdt rekening met de belangen van gedaagde, die tijd nodig heeft om een nieuwe woonruimte te vinden, maar oordeelt dat de ontruiming noodzakelijk is. Daarnaast worden de vorderingen ten aanzien van de ondernemingen van gedaagde toegewezen, met een termijn voor uitschrijving. Gedaagden worden in de proceskosten veroordeeld, en de voorzieningenrechter bepaalt dat de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is.