ECLI:NL:RBZWB:2025:5974

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 augustus 2025
Publicatiedatum
5 september 2025
Zaaknummer
C/02/437623 / JE RK 25-1279
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er al maanden geen vaste jeugdbeschermer betrokken is geweest, wat vragen oproept over de toegevoegde waarde van de regie door de gecertificeerde instelling (GI). De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag en de kinderen wonen bij hun moeder. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, maar de kinderrechter heeft besloten om deze slechts voor drie maanden te verlengen, gezien de kwetsbaarheid van het gezin en de noodzaak voor verdere monitoring van de situatie. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om zo snel mogelijk een vaste jeugdbeschermer aan te stellen en te onderzoeken of een overdracht naar het vrijwillig kader mogelijk is. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de GI uiterlijk twee weken voor de volgende zitting schriftelijk verslag moet uitbrengen over de voortgang van de ondertoezichtstelling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/437623 / JE RK 25-1279
Datum uitspraak: 26 augustus 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Jeugdbescherming,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige 1],
geboren op [geboortedag 1] 2014 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2],
geboren op [geboortedag 2] 2015 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaats] ,
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [plaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 10 juli 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- de moeder (via teams);
- een vertegenwoordiger van de GI.
1.3.
De kinderrechter heeft [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in de gelegenheid gesteld hun mening te geven. Zij hebben hiervan geen gebruik gemaakt.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
2.2.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij hun moeder.
2.3.
Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 29 augustus 2024 is de ondertoezichtstelling over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd met ingang van 3 september 2024 tot 3 september 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te verlengen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft ter onderbouwing van haar verzoek aangegeven dat er nog zorgen zijn over de opvoedsituatie en de draagkracht van de moeder, waar de kinderen sinds februari 2023 weer verblijven. De moeder heeft een positieve ontwikkeling laten zien. Zij stelt beter prioriteiten, neemt zelfstandig contact op met de hulpverleners en kan zaken beter loslaten. De piekmomenten met de kinderen blijken nog wel structurele uitdagingen voor haar te zijn. Recent heeft de school zorgen geuit. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zouden zonder lunch en fruit op school komen, soms hun pyjama nog aan hebben en gebitsproblemen hebben. De samenwerking tussen de moeder en school gaat moeizaam. De draaglast en draagkracht lijkt bij de moeder beter in balans te zijn, maar [persoon] heeft aangegeven dat dit nog wel kwetsbaar is en in de gaten moet worden gehouden. De kinderen hebben door hun kind-eigenproblematiek veel voorspelbaarheid, structuur en regelmaat nodig. De traumabehandeling voor de kinderen moet nog gestart worden. [hulpverlening] heeft aangegeven dat de kinderen hiervoor aangemeld zijn. De omgang tussen de vader en (ieder van) de kinderen is in de afgelopen periode uitgebreid, van vrijdag tot zaterdag na de lunch om het weekend. Dit is op dit moment het maximaal haalbare voor de vader. [hulpverlening] begeleidt de omgang en heeft aangegeven dat de vader een stabiele en liefdevolle opvoedingssituatie biedt aan de kinderen. Het contact tussen de vader en de moeder verloopt over het algemeen goed. Ze kunnen communiceren met elkaar en hanteren een gezamenlijke lijn in de opvoeding. De vaste jeugdbeschermer is uitgevallen sinds maart/ april 2025. Het is daarom niet mogelijk geweest om een geüpdatete plan van aanpak te overleggen. De GI verwacht binnen enkele weken een vaste jeugdbeschermer aan te stellen. De GI vindt dat regievoering binnen de ondertoezichtstelling nog wel noodzakelijk is, vanwege de zorgen die school recent heeft geuit. Ondanks de intensieve hulpverlening van [hulpverlening] zijn deze signalen over de basale zorg er nog.
4.2.
De moeder heeft aangegeven dat zij sinds de laatste zitting over de ondertoezichtstelling geen contact meer met de jeugdbeschermer heeft gehad. Als ze contact probeerde te leggen, was de jeugdbeschermer ziek of afwezig. Er is nu al maanden geen jeugdbeschermer meer betrokken. Ze is het niet eens met verlenging van de ondertoezichtstelling. De vorige jeugdbeschermer heeft gezegd dat het overgedragen zou kunnen worden naar het vrijwillig kader, omdat het goed ging. De moeder heeft goed overleg met de juf op school. Deze zorgen van de school kunnen niet recent zijn. De school is vorige week pas weer begonnen. De kinderen moeten zelf hun boterhammen smeren, maar ze hebben er soms geen zin in. School heeft eerder voorgesteld dat de kinderen ’s avonds hun lunch maken en dat de moeder hun tassen controleert om te bezien of de lunch ook daadwerkelijk wordt meegenomen. De kinderen staan onder toezicht van de tandarts en mondhygiëniste. Ze leren beter te poetsen. Met school is de afspraak gemaakt dat ze ook ’s middags hun tanden daar poetsen. De kinderen gaan niet in hun pyjama naar school.
4.3.
De vader heeft aangegeven dat hij sinds de laatste zitting over de ondertoezichtstelling weinig meer heeft vernomen van de jeugdbeschermer. Bij de evaluaties van de begeleide omgang was alleen [hulpverlening] aanwezig. De vader heeft de omgang met de kinderen apart van elkaar. Dat gaat beter. Hij was niet op de hoogte van de zorgen van school. Als hier sprake van is, vindt hij de ondertoezichtstelling nog wel nodig.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter kan op grond van artikel 1:260 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) de duur van de ondertoezichtstelling telkens verlengen met ten hoogste een jaar, als aan de grond van de ondertoezichtstelling (zoals beschreven in artikel 1:255 eerste lid BW) is voldaan.
De kinderrechter kan op grond van artikel 1:255 eerste lid BW een minderjarige onder toezicht stellen van een GI wanneer die minderjarig zodanig opgroeit, dat hij in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Daarnaast moet:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van deze bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouder(s) die het gezag uitoefenen, niet of onvoldoende worden geaccepteerd door hen worden geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd zijn dat de ouder(s) die het gezag uitoefenen de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige in staat zijn te dragen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbare termijn.
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling vooralsnog wordt voldaan. De ontwikkeling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wordt op dit moment nog steeds ernstig bedreigd, gelet op de zorgen die er vanuit school worden geuit over de basale zorg over de kinderen door de moeder, ondanks de begeleiding van [hulpverlening] . Het doel van een veilige opvoedsituatie bij de moeder is daarmee nog niet behaald. Bovendien moeten de kinderen nog traumabehandeling volgen en moet dit gemonitord worden.
5.3.
De ondertoezichtstelling is daarom nog steeds nodig. De kinderrechter vraagt zich echter wel af wat de toegevoegde waarde nog is van regievoering door de GI. In de afgelopen vijf maanden (en volgens de ouders nog langer) is er geen jeugdbeschermer actief betrokken geweest. De hulpverlening vanuit [hulpverlening] en [persoon] zijn gewoon doorgelopen en geaccepteerd door de ouders. Feitelijk heeft [hulpverlening] de regievoering gedaan in de afgelopen maanden. Gezien de kwetsbaarheid van het gezin acht de kinderrechter het acuut stoppen van de ondertoezichtstelling niet in het belang van de kinderen. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] dan ook verlengen maar wel voor de beperkte duur van drie maanden, onder aanhouding van het verdere verzoek van de GI tot de hierna vermelde zitting. De kinderrechter vraagt de GI om in de komende periode zo spoedig mogelijk een vaste jeugdbeschermer aan te stellen en te bezien of een overdracht naar het vrijwillig kader mogelijk is.
5.4.
De kinderrechter vraagt de GI verder om uiterlijk twee weken voor de zitting schriftelijk verslag uit te brengen met recente informatie over het verloop van de ondertoezichtstelling en of overdracht naar het vrijwillig kader mogelijk is danwel een goede onderbouwing van de toegevoegde waarde van de GI. De GI dient daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek wordt gehandhaafd of ingetrokken.
5.5.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] met ingang van 3 september 2025 tot 3 december 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
6.3.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en roept de GI, de vader en de moeder op te verschijnen tijdens de
zittingvan mr. Jansen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, in het gerechtsgebouw aan Stationslaan 10 te Breda, op
[datum] 2025 te [uur], om nader op het verzoek te worden gehoord;
6.4.
bepaalt dat deze beschikking geldt als oproep voor die zitting voor de GI, de vader en de moeder;
6.5.
verzoekt aan de GI om uiterlijk twee weken voorafgaand aan deze zitting schriftelijk verslag uit te brengen en haar standpunt te geven over het resterende deel van het verzoek zoals in overweging 5.4 aangegeven;
6.6.
behoudt zich verder iedere beslissing voor.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2025 door mr. Jansen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Verger-Maas als griffier, en op schrift gesteld op 5 september 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.