4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Primair
In de tenlastelegging zijn meerdere seksuele handelingen opgenomen die volgens de toen vijftienjarige [aangeefster] in de nacht van 2 op 3 november 2024 door verdachte zouden zijn verricht. In aanwezigheid van zijn raadsvrouw heeft verdachte op 3 november 2024 bij de politie verklaard dat [aangeefster] op de slaapkamer van zijn vader op een gegeven moment zijn hand heeft gepakt en in haar broek heeft geduwd. De seksueel onervaren verdachte heeft vervolgens aan de hand van zijn werkervaring met koeien uitgelegd wat hij toen heeft gedaan. Daarop vraagt de politie of ze het goed zeggen als ze begrijpen dat verdachte met een vinger tussen de schaamlippen van [aangeefster] is geweest, maar geen kracht heeft gezet om met die vinger naar binnen te gaan. Daarop antwoordt verdachte: “Ja”. De rechtbank houdt verdachte aan die verklaring en passeert de stelling van de verdediging dat het er wel zo staat, maar dat het (toch) anders bedoeld is. Bij een vinger van verdachte tussen de schaamlippen van [aangeefster] is er juridisch gezien al sprake van seksueel binnendringen. De uitleg door verdachte op zitting aan de hand van een getoond plaatje van het inwendige van een koe heeft dat naar het oordeel van de rechtbank bevestigd.
Van de overige ten laste gelegde seksuele handelingen zal de rechtbank verdachte vrijspreken. Anders dan de officier van justitie heeft de rechtbank teveel twijfel bij de verklaring(en) van [aangeefster] om buiten redelijke twijfel vast te stellen dat het die nacht is gegaan zoals zij heeft verklaard. De rechtbank zal hierna een paar aspecten benoemen die voor die twijfel zorgen.
[aangeefster] en verdachte hebben een hele andere verklaring over de gang van zaken die nacht. Daarbij komen de verklaringen van [aangeefster] er op neer dat verdachte initiatiefnemer van alles was en degene die haar in zijn woning (meermalen) naar een slaapkamer op de eerste verdieping heeft gedragen en daar seksuele dingen met haar heeft gedaan. Daarbij is hij doorgegaan, terwijl zij op een bepaald moment heel duidelijk heeft gezegd dat niet (meer) te willen. De verklaring van verdachte komt er op neer dat [aangeefster] de initiatiefneemster was. Hij heeft langere tijd weerstand aan haar geboden totdat ze op een gegeven moment zijn hand in haar broek stopte en kort heeft gedaan wat bewezen kan worden verklaard.
Vast staat dat verdachte en [aangeefster] elkaar die avond voor de eerste keer hebben ontmoet bij het zestienjarige buurmeisje van verdachte, waar [aangeefster] met een ander vriendinnetje aan het chillen was in een samenkomstruimte. Verdachte ging op een gegeven moment naar huis, omdat hij de volgende dag moest werken. Vervolgens lopen de versie van verdachte en van [aangeefster] uit elkaar. Volgens verdachte liep [aangeefster] achter hem aan toen hij weg ging, ze was nogal aanhankelijk en bleef hem maar volgen tot bij zijn woning. Hij heeft haar binnen gelaten, omdat ze zei dat ze zich niet goed voelde. Ze liep toen eigenlijk meteen zelf naar boven en ging de slaapkamer van zijn vader in.
In haar eerste contact met de politie op 3 november 2023 heeft [aangeefster] verklaard dat verdachte haar had gevraagd om mee te komen naar zijn huis. Tijdens het informatief gesprek later die dag verklaart ze dat zij degene was die niet wilde dat verdachte weg ging en dat ze zijn hand vastpakte. Vervolgens zou verdachte haar echter (eerst) mee naar buiten hebben getrokken en vervolgens hebben meegetrokken naar zijn woning. Dat herhaalt ze in haar verhoor van 9 januari 2025. Het buurmeisje heeft echter verklaard dat [aangeefster] wilde dat verdachte langer zou blijven en achter verdachte aan is gelopen toen hij weg ging. Oftewel zoals verdachte heeft verklaard. Over naar buiten trekken door verdachte verklaart het buurmeisje niet, wat voor de rechtbank een bevestiging is dat dat niet is gebeurd. Het was [aangeefster] die verdachte achterna liep en niet verdachte die [aangeefster] meenam.
Dat [aangeefster] tegen verdachte heeft gezegd dat ze zich niet lekker voelde, wordt ondersteund door de verklaring van de moeder van het buurmeisje. Zij is met het buurmeisje en het andere vriendinnetje naar de woning van verdachte gegaan, omdat ze [aangeefster] kwijt waren. Dan wordt de deur door verdachte open gedaan die tegen [aangeefster] zegt: “Naar huis jij.” [aangeefster] zegt dan bij het teruglopen dat ze teveel had gedronken en daarna teveel water had gedronken en dat ze zich dan niet lekker voelt. Ook zit er een screenshot in het dossier van een bericht van [aangeefster] aan het buurmeisje waarin [aangeefster] schrijft: “Sorry bro ik voelde me niet lekker Ik kreeg like allemaal speeksel in m’n mond”.
Eenmaal in de woning van verdachte zou hij haar volgens [aangeefster] meermalen de trap opgedragen hebben. In het informatief gesprek en het verhoor 9 januari 2025 heeft zij verklaard dat verdachte daarbij haar onder haar oksels door pakte en zijn handen gekruist voor haar borst hield. Los van de vraag hoe de rechtbank zich dat “opdragen” dan concreet moet voorstellen, heeft [aangeefster] tegen haar op 3 november 2024 gehoorde moeder gezegd dat verdachte haar over zijn schouder naar boven heeft gedragen.
Verder constateert de rechtbank dat [aangeefster] tijdens haar verhoor op 9 januari 2025 heeft verklaard dat ze tegen verdachte heeft gezegd dat het fout was wat hij deed, omdat zij 15 was en hij 18. Gevraagd naar haar ervaringen op seksueel gebied zegt ze dat ze alles weet, maar nog nooit iets heeft gedaan. Dat blijkt echter niet waar. Haar wordt namelijk voorgehouden dat ze op haar telefoon berichten met ene “ [naam] ” heeft verwijderd. Dat is volgens [aangeefster] dan eerst gewoon een vriend, waar ze wel seksueel heeft gepraat, maar geen seks mee heeft gehad. Maar ook dat is niet waar. Ze wordt namelijk geconfronteerd met een bericht van haar aan hem van 3 november om 03:09 uur dat ze
- zakelijk weergegeven - sporen van hem heeft uitgewist. Pas dan verklaart [aangeefster] dat hij haar (op 2 november 2024 dus) gevingerd heeft. Volgens een eigen notitie op haar telefoon gaat het om een man van 30 jaar, wat is bevestigd door gegevens in het politiesysteem die bij zijn telefoonnummer horen. Daaruit blijkt zelfs dat hij toen 31 was. Vast staat ook dat dezelfde man haar op haar vijftiende verjaardag in oktober 2024 ter felicitatie een dickpic heeft gestuurd met een voorstel voor een verdergaande seksuele handeling dan vingeren.
Dat het niet waar was dat ze seksueel onervaren was tot wat er met verdachte is gebeurd, volgde eigenlijk ook al uit de op 3 november 2024 afgelegde verklaring van het buurmeisje. Die verklaarde toen namelijk al dat zij zelf een beetje sceptisch was over wat er met verdachte gebeurd zou zijn, omdat [aangeefster] vier exen heeft waar ze daar ook over verteld heeft. Het heeft de rechtbank verbaasd dat de politie toen niet doorgevraagd heeft wat het buurmeisje bedoelde met het “daar” waar [aangeefster] over haar exen ook over verteld heeft. De gedachte die die uitlating van het buurmeisje oproept, is bevestigd in een op verzoek van de rechtbank opgemaakt aanvullend proces-verbaal van verhoor van 21 augustus 2025. Daarin heeft zij verklaard dat [aangeefster] tegen haar over drie exen verhalen heeft verteld die
- zakelijk weergegeven - (ook) neerkomen op gedwongen seksuele handelingen. Ook zonder die nadere toelichting was het in het kader van waarheidsvinding echter passend geweest [aangeefster] tijdens haar verhoor op 9 januari 2025 te vragen naar wat zij tegen het buurmeisje had verteld over exen van haar.
Door onder andere het voorgaande is bij de rechtbank zoveel twijfel ontstaan over de betrouwbaarheid van [aangeefster] dat de rechtbank voor de bewezenverklaring de politieverklaring van verdachte volgt.