Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- casemanager, mevrouw [persoon 1] ;
- psychiater en regiebehandelaar, de heer [persoon 2] ;
- voormalig regiebehandelaar, de heer [persoon 3] .
2.Wat vaststaat
3.Het verzoek
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte;
- controle op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
- aanbrengen beperkingen het eigen leven in te richten;
- opnemen in een accommodatie.
4.De standpunten
5.De beoordeling
oorzaakis van het ernstig nadeel. Volgens de psychiater en de voormalig regiebehandelaar wordt het gedrag van betrokkene, dat leidt tot ernstig nadeel, op dit moment veroorzaakt door de verslavingsproblematiek van betrokkene en niet door zijn psychische stoornis. De psychiater en de voormalig regiebehandelaar achten een zorgmachtiging dan ook niet doelmatig. Betrokkene zal aan zijn verslavingsproblematiek moeten werken en dit kan verplichte zorg gericht op zijn stoornis niet oplossen. Daarnaast is er volgens de psychiater en de voormalig regiebehandelaar niet gebleken van verzet bij betrokkene tegen de noodzakelijke zorg; integendeel, betrokkene komt de afspraken met de zorgverleners na en neemt zijn medicatie consequent in. Zelfs nu betrokkene dakloos is en een terugval heeft in middelengebruik, is er geen sprake van verzet.