ECLI:NL:RBZWB:2025:5881
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 augustus 2025, wordt de niet-ontvankelijkheid van de beroepen van de belanghebbende behandeld. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst met betrekking tot de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2020, alsook de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald. De rechtbank wijst op de verplichting om griffierecht te betalen volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en stelt dat het griffierecht in deze zaak € 51,- bedraagt. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en de termijn waarbinnen dit betaald moest worden. Ondanks deze waarschuwingen heeft de belanghebbende het griffierecht niet tijdig voldaan en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor blijft de beslissing van de rechtbank dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn in stand, en wordt er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.