ECLI:NL:RBZWB:2025:5825

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 juli 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
C/02/438246 HA RK 25-179 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak

Op 28 juli 2025 heeft de Verschoningskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een verzoek tot verschoning toegewezen. Dit verzoek was ingediend door de rechter die belast was met de behandeling van de hoofdzaak, die het kenmerk 02-163831-24 droeg. De rechter had eerder betrokkenheid bij de zaak in het kader van een beklagprocedure, wat de schijn van partijdigheid zou kunnen wekken. De procedure verliep zonder mondelinge behandeling van het verzoek tot verschoning.

De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op het uitgangspunt dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Echter, in uitzonderlijke omstandigheden kan er een aanwijzing zijn voor vooringenomenheid of een terechte vrees daarvoor. De rechter heeft in zijn verzoek uiteengezet dat zijn eerdere betrokkenheid bij de zaak deze schijn van partijdigheid kan oproepen, wat door de Verschoningskamer als terecht is beoordeeld.

De beslissing van de Verschoningskamer houdt in dat het verzoek tot verschoning wordt toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Verschoningskamer
Locatie: Breda
Procedurenummer: C/02/438246 HA RK 25-179
beslissing van 28 juli 2025
in de zaak van
mr. Hoekstra
rechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant
hierna: de rechter
belast met de behandeling van de hoofdzaak met kenmerk 02-163831-24 van:
[naam]
bijgestaan door mr. H.M. Dunsbergen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verschoningsverzoek van de rechter van 28 juli 2025.
1.2.
Er heeft geen mondelinge behandeling van het verzoek tot verschoning plaatsgevonden.

2.Het verschoningsverzoek

De rechter heeft het verschoningsverzoek op het volgende gebaseerd. De rechter is eerder betrokken geweest bij de zaak in het kader van een beklagprocedure. Door deze omstandigheid zou volgens de rechter de schijn van partijdigheid kunnen worden gewekt.

3.De beoordeling

3.1.
Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
3.2.
Gelet op wat de rechter heeft aangevoerd, is het verschoningsverzoek terecht ingediend. Zo wordt de schijn van partijdigheid vermeden. Het verzoek zal dus worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe;
4.2.
bepaalt dat, met inachtneming van het toegewezen verzoek, het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment dat het verschoningsverzoek werd ingediend;
4.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
 de rechter;
 de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is;
 de partijen in de hoofdzaak.
Deze beslissing is genomen in raadkamer op 28 juli 2025 door mr. Breeman, mr. Zander en mr. Marsé, rechters, in aanwezigheid van mr. Rockx, griffier. De griffier is buiten staat deze beslissing te ondertekenen. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.