ECLI:NL:RBZWB:2025:5825
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verschoning
- M. Breeman
- A. Zander
- J. Marsé
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak
Op 28 juli 2025 heeft de Verschoningskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een verzoek tot verschoning toegewezen. Dit verzoek was ingediend door de rechter die belast was met de behandeling van de hoofdzaak, die het kenmerk 02-163831-24 droeg. De rechter had eerder betrokkenheid bij de zaak in het kader van een beklagprocedure, wat de schijn van partijdigheid zou kunnen wekken. De procedure verliep zonder mondelinge behandeling van het verzoek tot verschoning.
De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op het uitgangspunt dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Echter, in uitzonderlijke omstandigheden kan er een aanwijzing zijn voor vooringenomenheid of een terechte vrees daarvoor. De rechter heeft in zijn verzoek uiteengezet dat zijn eerdere betrokkenheid bij de zaak deze schijn van partijdigheid kan oproepen, wat door de Verschoningskamer als terecht is beoordeeld.
De beslissing van de Verschoningskamer houdt in dat het verzoek tot verschoning wordt toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De beslissing is genomen in raadkamer en wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.