Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
allein artikel 359a, tweede lid, Sv omschreven factoren, waaronder het nadeel dat de verdachte als gevolg van de veronderstelde vormverzuimen zou hebben gehad en welk gevolg aan het vormverzuim zou moeten worden verbonden. Het verweer wordt verworpen.
4.De beoordeling van het bewijs
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van een of meer hoeveelheden metamfetamine en/of MDMA, zijnde metamfetamine en/of MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorwerpen en een vervoermiddel voorhanden heeft gehad, te weten
- een bestelbus (Mercedes Sprinter) en
roermotor en twee scheitrechters en een hoeveelheid platinaoxide en
vacuümpompen en drie inductiekookplaten een hoeveelheid klein laboratorium
glaswerk waarvan hij, verdachte en zijn mededader wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een taakstraf van 150 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen;
10.Bijlage I
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer hoeveelhe(i)d(en) metamfetamine en/of MDMA,
zijnde metamfetamine en/of MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een of
meer middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden
en/of te bevorderen,
voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, te weten
- een bestelbus (Mercedes Sprinter) en/of
- twee filterunits bevestigd op een ketel en/of een “druk” reactieketel met een
roermotor en/of twee scheitrechters en/of een hoeveelheid platinaoxide en/of
vacuümpompen en/of drie inductiekookplaten een hoeveelheid klein laboratorium
glaswerk en/of
- in een loods/zeecontainer een destillatie-opstelling en/of een industrieel
destillatie apparaat en/of een tabletteermachine met stempels en/of drie
waterstofgasflessen en/of een aantal mallen en/of een hoeveelheid
verpakkingsmateriaal en/of een hoeveelheid klein laboratorium glaswerk en/of
hoeveelheden chemicaliën (zoutzuur en/of ammoniak),
waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van het/die feit(en);
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 10 lid 5 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 1 alinea
Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )