ECLI:NL:RBZWB:2025:5798
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak in de gemeente Veere
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 augustus 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Veere beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 15 februari 2024 de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres 1] te [plaats 2], vastgesteld op € 157.000 per 1 januari 2023. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank behandelde het beroep op 16 juli 2025, waarbij de belanghebbende niet verscheen, ondanks een uitnodiging. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde niet te hoog heeft vastgesteld, en dat de onderbouwing van de waarde voldoende is. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, waardoor de beschikking en de aanslag in stand blijven. De belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.