In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres, een B.V., heeft ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft op 7 november 2024 een aanvraag tot herbeoordeling van haar (ex-)werknemer ingediend, maar het UWV heeft niet tijdig beslist. De rechtbank stelt vast dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat het UWV binnen twee weken na deze uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar in dit geval wordt een termijn van vier maanden opgelegd om een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor het griffierecht en proceskosten, die door het UWV moeten worden betaald.