In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 augustus 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1974. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, omdat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene en haar omgeving. De rechtbank heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat, een psychiater en haar echtgenoot zijn gehoord. De betrokkene verblijft in een accommodatie onder een crisismaatregel die door de burgemeester van Goes is afgegeven op 3 augustus 2025. De betrokkene heeft een geschiedenis van psychische problemen, waaronder een schizo-affectieve stoornis, en vertoont momenteel ernstig ontregeld gedrag, wat leidt tot gevaar voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich verzet tegen de zorg en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend en de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.