In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres, als erfgename van [naam], beoordeeld. Eiseres heeft een verzoek tot herbeoordeling van de situatie van [naam] met betrekking tot de kinderopvangtoeslag ingediend op 6 juli 2021. Eiseres stelt dat verweerder, de Dienst Toeslagen, niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 4 juni 2025 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het griffierecht van € 53,- en proceskosten van € 453,50 aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.