In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 juni 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die een licht verstandelijke beperking heeft, ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag, maar door haar eigen problematiek is zij onvoldoende beschikbaar geweest. De minderjarige heeft in het verleden veel ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt, waaronder het overlijden van zijn vader en conflicten met zijn moeder. De kinderrechter heeft de GI (gecertificeerde instelling) verzocht om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot de meerderjarigheid van de minderjarige, om zo de noodzakelijke zorg en begeleiding te waarborgen. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige en de betrokkenheid van de moeder in de beoordeling meegenomen. De kinderrechter heeft besloten de verzoeken van de GI toe te wijzen, met de hoop dat de minderjarige de kans in het trainingshuis aangrijpt en zijn motivatie behoudt voor het traject. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.