ECLI:NL:RBZWB:2025:5601

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
02-172773-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 21 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1994, die verblijft in een tbs-instelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar toegewezen. De betrokkene was eerder veroordeeld voor bedreiging en belaging en had al een tbs-maatregel die op 23 augustus 2024 was verlengd en omgezet in een tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eisten, gezien het recidivegevaar dat nog aanwezig was. De deskundigen gaven aan dat er nog onvoldoende zicht was op de risico's en dat de behandeling nog niet was gestart. De rechtbank concludeerde dat de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar moest worden verlengd, omdat de behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag zouden nemen dan de resterende tijd bij een verlenging van een jaar. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-172773-19
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 21 augustus 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]
verblijvende in FPK [tbs-instelling]
verder: betrokkene

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 24 juni 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene van mei en juni 2025;
- het verlengingsadvies van [tbs-instelling] van 17 juni 2025.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 4 augustus 2020 is betrokkene voor
bedreiging en belaging veroordeeld tot tbs met voorwaarden.
Deze tbs met voorwaarden is door de rechtbank op 23 augustus 2024 verlengd met één jaar en omgezet in een tbs met verpleging van overheidswege.
Gelet op het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 december 2022 betreft dit een gemaximeerde tbs.
Gelet op de datum van het door de rechter-commissaris afgegeven bevel tot voorlopige verpleging van overheidswege geldt als aanvangsdatum voor de tbs met verpleging van overheidswege 11 juli 2024. Dit betekent dat de tbs van rechtswege zal eindigen op 10 juli 2028.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 7 augustus 2025 is de officier van justitie mr. I.M. Peters gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Amsterdam. Voorts is de deskundige [persoon] , klinisch neuropsycholoog en waarnemend regie behandelaar, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

In het verlengingsadvies van de kliniek over betrokkene komt onder meer naar voren dat hij sinds 15 mei 2025 vanuit de penitentiaire inrichting is opgenomen op de afdeling [afdeling] van [tbs-instelling] . Door deze recente opname heeft betrokkene het opnameprogramma, inhoudende risicotaxatie en indicatiestelling voor specifieke behandelinterventies, nog niet doorlopen. De diagnostiek en risicotaxatie zijn om die reden overgenomen uit de Indicatiestelling Forensische Zorg van 9 januari 2025. Daaruit volgt dat er bij betrokkene sprake is van een autismespectrumstoornis, ADHD van het gecombineerd type, een licht verstandelijke beperking, en stoornissen in middelengebruik die gedwongen in remissie zijn. De kans op herhaling van gewelddadig gedrag (daarmee dreigen) wordt - afhankelijk van de setting - als hoog ingeschat binnen de tbs maatregel en als zeer hoog als er geen tbs maatregel meer is.
Omdat er nog geen zorgplanbespreking heeft plaatsgevonden over en met betrokkene is het verlengingsadvies vooral gestoeld op het algemeen beloop van een tbs-traject. Daaruit volgt dat een verlenging met twee jaar nodig is, teneinde de risicofactoren in kaart te brengen, de behandeling te starten en in kaart te brengen op welke wijze de resocialisatie vorm gegeven kan worden. Het doorlopen van een standaard behandeltraject voor een tbs met verpleging van overheidswege en de hierbij behorende verlofmodaliteiten zal namelijk de duur van twee jaar ruimschoots overschrijden.
Ter zitting voegt de deskundige daaraan toe dat de zorgplanbespreking heeft plaatsgevonden en het zorg- en opnameplan inmiddels is vastgesteld. Betrokkene heeft het opnameprogramma doorlopen en is in juli doorgestroomd naar een behandelafdeling, met meer structuur en directieve begrenzing wat hem goed doet. Bij oplopende spanningen is begrenzing het enige dat bij betrokkene werkt en dat laat hij ook goed toe. Verder is de kliniek het eens met de diagnostische classificaties van de IFZ. Wel is er meer diagnostisch onderzoek op psychoneurologisch vlak nodig om zicht te krijgen op de sterke en zwakke kanten en daarmee gepaard gaande valkuilen van betrokkene. Gelet op meerdere incidenten die hebben plaatsgevonden, is er nog onvoldoende zicht op waar het mis is gegaan bij betrokkene en blijken er risico’s op een andere manier aanwezig te zijn die nog in kaart moeten worden gebracht. De eerdere behandeling - waaronder de behandeling van een aantal jaar geleden in de kliniek - is onvoldoende gebleken om de risico’s duurzaam te reguleren en beperken. Hierdoor moet het behandelteam terug naar de tekentafel. Dit alles past niet bij een verlenging met één jaar, temeer omdat er thans nog geen behandeling is gestart. Het diagnostisch onderzoek op neurologisch vlak zal dit najaar plaatsvinden. Nu behandelgroepen in september starten, is de verwachting dat er voor het einde van dit kalenderjaar veel opgestart zal zijn voor betrokkene. De kliniek is voornemens om tempo te maken, maar de opnametijd van betrokkene tot nu toe is te kort om op dit moment uitspraken te doen over de mogelijkheid van de route van een voorwaardelijke beëindiging en de afschaling van het beveiligingsniveau binnen de kliniek of elders. Betrokkene moet daarvoor eerst behandeld worden.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie persisteert ter zitting bij de vordering tot verlenging met twee jaar. Aan de wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan en voor wat betreft de verlengingsperiode is gebleken dat de behandeling en resocialisatie van betrokkene binnen het huidige kader nog meer dan een jaar in beslag zullen nemen. Betrokkene zit nog maar sinds een maand op de behandelafdeling en de behandeling is nog niet van start gegaan, waardoor het niet in de redelijke verwachting ligt dat binnen een jaar de stap naar een ander juridisch kader kan worden gemaakt. Verder is gebleken dat de kliniek oog heeft voor de beperkte tijd die nog resteert en de stappen die kunnen en moeten worden gemaakt, waarvoor het kader met twee jaar voldoende mogelijkheden biedt. Deze tijd zal ook moeten worden genomen. Wanneer betrokkene gemotiveerd blijft om mee te werken, zal dit de compensatie opleveren waaraan hij behoefte heeft.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene verklaart dat hij lange tijd verkeerd geïnformeerd is geweest over de einddatum van de tbs-maatregel. Hij kon ook niet omgaan met de onduidelijkheid hierover en heeft daarom bewust aangestuurd op een omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege. Betrokkene zou graag zien dat hij op enige wijze wordt gecompenseerd voor de gang van zaken. Zijn verblijf in de kliniek ervaart hij verder als rustig, nu hier mensen zitten die net als hij aan zichzelf willen werken. Deze motivatie was hij wel enige tijd kwijt, maar hij wil nu toch alles uit de tbs-maatregel halen wat erin zit om terugval in de toekomst te voorkomen. De op betrokkene gerichte therapie wordt momenteel opgestart. Verder wil hij zo snel mogelijk doorstromen naar begeleid wonen en van de tbs-maatregel af, mede vanwege het stigma wat hierop rust en waarvan hij last heeft.
De verdediging verzet zich niet tegen een verlenging van de tbs, maar bepleit vanwege de gemaximeerdheid van de tbs-maatregel wel om deze verlenging te beperken tot een periode van een jaar. Niet zozeer omdat verwacht wordt dat de behandeling en resocialisatie over een jaar klaar zullen zijn, maar om over een jaar te toetsen welk juridisch kader dan hiervoor het meest passend is. In de komende periode zal namelijk duidelijk worden of, en zo ja wanneer, een voorwaardelijke beëindiging aan de orde gaat zijn. Het is onwenselijk om de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging over een jaar nu met een verlenging van twee jaar weg te nemen. Het is niet de bedoeling om hieraan valse verwachtingen te ontlenen, maar de mogelijkheid te bieden voor een gesprek over een passend kader over een jaar en betrokkene een opening naar een langere voorwaardelijke beëindiging dan tien maanden te gunnen.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de kliniek en de daarop gegeven toelichting door de deskundige wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Wat de verlengingsperiode betreft is het uitgangspunt dat de tbs met een termijn van twee jaar moet worden verlengd, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van betrokkene in het bestaande juridisch kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. De rechtbank ziet in hetgeen door de raadsman is aangevoerd geen aanleiding om hiervan af te wijken. Uit de door de deskundige gegeven toelichting is voldoende naar voren gekomen dat de kliniek doordrongen is van de beperkt resterende tijd en voortvarend te werk gaat. Het huidige juridisch kader biedt voldoende mogelijkheden om vooruitgang te boeken en het beveiligingsniveau af te schalen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. C.E.M. Marsé, voorzitter, mr. S.W.M. Speekenbrink en mr. P.E. van Althuis, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. de Jonge en is uitgesproken ter openbare zitting op 21 augustus 2025.