ECLI:NL:RBZWB:2025:5583
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslagen Bpm en taxatierapporten door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 augustus 2025, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende een naheffingsaanslag Bpm opgelegd voor vier auto’s, met een totaalbedrag van € 7.068, plus € 41 aan belastingrente. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 9 juli 2025 behandeld, waarbij belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren, vertegenwoordigd door verschillende inspecteurs en hun advocaten.
De rechtbank heeft de taxatierapporten van belanghebbende beoordeeld en vastgesteld dat deze rapporten gebreken vertonen. De rechtbank oordeelt dat de bewijslast voor de waardevermindering door schade bij belanghebbende ligt, maar dat hij hierin niet is geslaagd. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd en dat de belastingrentebeschikking in stand blijft. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat belanghebbende het griffierecht niet terugkrijgt en er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending.