ECLI:NL:RBZWB:2025:5569

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
20 augustus 2025
Zaaknummer
02-046700-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden naar terbeschikkingstelling met dwangverpleging

Op 20 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in de zaak van een betrokkene die onderworpen was aan een terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden. De officier van justitie had verzocht om omzetting van deze tbs met voorwaarden naar tbs met dwangverpleging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1973, eerder al een tbs met dwangverpleging had ondergaan en dat hij sinds 2011 herhaaldelijk in aanraking is gekomen met politie en justitie. De reclassering heeft geadviseerd om de tbs met voorwaarden om te zetten naar tbs met dwangverpleging, gezien het hoge recidiverisico en de problematische gedragingen van de betrokkene, waaronder alcoholgebruik en geweld. Tijdens de zitting is de betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, en zijn er verschillende getuigen van de reclassering gehoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden en dat de risico's niet meer beheersbaar zijn binnen het huidige kader van tbs met voorwaarden. De rechtbank heeft daarom besloten tot omzetting naar tbs met dwangverpleging, waarbij de betrokkene zich moet conformeren aan de adviezen van het behandelteam en verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn gedrag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-046700-23
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 20 augustus 2025
op de vordering van de officier van justitie tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats]
gedetineerd in de penitentiaire inrichting [locatie] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 22 juli 2025, die strekt tot de voorlopige verpleging van overheidswege van betrokkene;
- het bevel van de rechter-commissaris van 22 juli 2025 tot voorlopige verpleging van overheidswege van betrokkene;
- de vordering van de officier van justitie van 22 juli 2025, die strekt tot omzetting van de
terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden in tbs met verpleging van overheidswege;
- het rapport van de reclassering van 22 juli 2025;
- het aanvullend rapport van de reclassering van 31 juli 2025 met het advies de tbs met voorwaarden om te zetten naar een tbs met verpleging van overheidswege;
- het psychiatrisch rapport van dr. [persoon 1] van 15 mei 2024;
- het proces-verbaal van de politie eenheid Limburg met pv-nummer PL2300-2025 12 1722,
waaruit blijkt dat betrokkene op 21 juli 2025 is aangehouden in verband met de verdenking van het plegen van een strafbaar feit.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, van 17 november 2023 is betrokkene, wegens overtreding van de artikelen 157, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest en tbs met voorwaarden.
De tbs met voorwaarden is op 25 februari 2024 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 6 augustus 2025 is de officier van justitie gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J.V.H. Stoffels, advocaat te Zevenbergen.
Ook zijn gehoord mevrouw [persoon 2] en mevrouw [persoon 3] , beiden werkzaam bij de reclassering.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft geadviseerd de tbs met voorwaarden om te zetten naar een tbs met verpleging van overheidswege. Zij heeft in het rapport van 22 juli 2025 aangegeven dat betrokkene uitgebreid bekend is bij politie en justitie. Het betreft tevens de tweede tbs-maatregel van betrokkene. In 1999 is betrokkene vanwege meerdere inbraken en brandstichting met gevaar voor goederen en personen veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Die maatregel werd in 2007 beëindigd. Vanaf 2011 komt betrokkene weer herhaaldelijk in aanraking met politie en justitie en volgen veroordelingen op het gebied van diefstallen, inbraken, straatroof en vernielingen.
Kijkend naar het delictverleden kan gesteld worden dat betrokkene delicten pleegt onder invloed van middelen en/of om zijn middelengebruik te faciliteren. Er is sprake van een verstandelijke beperking, ADHD, persoonlijkheidsproblematiek en forse verslavingsproblematiek. Risicofactoren zijn met name: psychosociaal functioneren (de
persoonlijkheidsproblematiek en de verstandelijke beperking), de zwakke impulscontrole (agressieve gedragingen en alcoholgebruik) en de houding van betrokkene (weinig tot geen probleeminzicht, bagatelliseren en externaliseren van problematische gedragingen).
Betrokkene is zijn tbs met voorwaarden gestart met een maand overbruggingszorg bij [kliniek 1] om vervolgens zijn klinische behandeling eind maart 2024 te starten bij [kliniek 2] . De klinische behandeling richt zich op ventileren van emoties en gedachten, conditionering en het onderzoeken van een juiste omgevingsprothese. Er volgen enkele overtredingen, die leiden tot officiële waarschuwingen en stevige gesprekken met de reclassering. Vervolgens stroomt betrokkene eind mei 2025 uit naar de [kliniek 2] . Betrokkene laat dan vrij snel problematisch gedrag zien. Het gaat dan om alcoholgebruik, fysieke agressie tegen een medepatiënt en uiteindelijk een verdenking van een nieuw strafbaar feit, te weten diefstal met geweld.
Deze gedragingen zorgen ervoor dat zowel het behandelteam van de [kliniek 2] als ook de reclassering grote vraagtekens heeft geplaatst bij de maatschappelijk verantwoorde (on)haalbaarheid van het huidige traject.
Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Dit recidiverisico kan niet meer gemanaged worden binnen een tbs met voorwaarden. Ook worden geen alternatieven meer gezien voor een te verwachten omzetting naar een tbs met dwangverpleging.
Geadviseerd wordt tot een voorlopige omzetting van de tbs-maatregel.
De reclassering heeft vervolgens een aanvullend rapport opgemaakt. In dit rapport van 31 juli 2025 staat dat samen met het behandelteam van de [kliniek 2] is onderzocht of een tweede behandelpoging binnen het kader van de tbs met voorwaarden haalbaar zou kunnen zijn. Na overleg is gebleken dat de [kliniek 2] binnen het huidige kader geen behandelingsmogelijkheden meer ziet die leiden tot
gedragsverandering. Ook kan de [kliniek 2] geen effectieve interventies inzetten om betrokkene te resocialiseren.
Indien de rechtbank beslist om de tbs niet om te zetten naar dwangverpleging, zou dit betekenen dat betrokkene dakloos raakt en de risico’s helemaal niet te beïnvloeden zijn. Er is geen klinische behandelplek voorhanden.
Met inachtneming van de verschillende pogingen die ondernomen zijn en het grillig verloop van het behandeltraject over een lange periode, is de conclusie van de reclassering dat zij geen heil ziet in een tweede behandelpoging. Daarnaast heeft de reclassering met betrokkene gesproken, waarbij het de reclassering opvalt dat betrokkene wel spijt betuigt voor zijn delict (diefstal) maar niet voor het gedrag/geweld wat hij hierbij heeft gebruikt. Betrokkene neemt geen verantwoordelijkheid voor het gedrag en wijt zijn terugval in alcoholgebruik aan randzaken, zoals het soort medepatiënten op de FPA. Betrokkene geeft aan dat de zucht naar alcohol zijn handelen heeft overgenomen. Tot slot komt de
reclassering tot de conclusie dat betrokkene lange tijd niet open en eerlijk is geweest richting de reclassering. De relatie met zijn vriendin is regelmatig onderwerp van gesprek geweest, maar nu blijkt dat de vriendin te kampen heeft met heftige verslavingsproblematiek. Doordat betrokkene hier niet open over is geweest, heeft zowel de reclassering als het behandelteam betrokkene niet kunnen steunen in zijn gevoelens hierbij en heeft daarnaast risico’s ten aanzien van de relatie niet of onvoldoende kunnen inschatten.
De reclassering adviseert een omzetting naar de tbs met dwangverpleging.
Ter zitting heeft mevrouw [persoon 2] van de reclassering daaraan nog het volgende toegevoegd.
Er is geen indicatie voor een behandelplek aangevraagd, want er zijn twijfels of die afgegeven zou worden. Er is namelijk maar een aantal FPK’s en de kans dat die klinieken dit op zich zouden willen nemen, is klein. [kliniek 2] staat er om bekend meer dan andere klinieken tweede, derde of zelfs vierde kansen te geven, toch is het daar niet gelukt. Het perspectief is heel erg somber. Het is betrokkene niet gelukt van de drank af te blijven, hij ontkent altijd het gebruik en hij legt de schuld bij een ander weg.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat betrokkene alsnog van overheidswege wordt verpleegd.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij vindt dat er alleen maar negatief gesproken wordt, terwijl er ook veel dingen goed zijn gegaan. Zo ging hij drie keer in de week met de fiets naar een werkplek en zou hij bij een zorgboerderij gaan werken. Hij heeft op de FPK ook vrijheden gehad en dat ging goed. De laatste drie weken is er veel misgegaan. Het ging met zijn vriendin ook niet goed en hij heeft daar niet over gesproken. De vechtpartij in de kliniek was niet echt een vechtpartij en de winkeldiefstal was stom. Dit was te wijten aan die zucht naar alcohol. Betrokkene vindt het niet terecht als de tbs met voorwaarden wordt omgezet naar tbs met dwangverpleging.
De verdediging heeft betoogd dat betrokkene op 20 mei is verhuisd naar [kliniek 2] en dat de hoofdbehandelaar van de [kliniek 2] in de ontslagbrief van de FPK heeft opgenomen dat binnen die FPK sprake was van een stabiele situatie, betrokkene abstinent is gebleven van middelen, hij een werkbare dagstructuur heeft opgebouwd, alternatieve copingvaardigheden heeft ontwikkeld en in toenemende mate in staat is gebleken spanningsopbouw bij zichzelf te signaleren. De risicofactoren zouden zijn verminderd tot een aanvaardbaar niveau en de afschaling naar de FPA zou een passende tussenstap richting beschermd wonen zijn.
In het aanvullend rapport van de [kliniek 2] wordt vervolgens een veel negatiever beeld geschetst en dit in ongeveer anderhalve tot twee maanden tijd. De verdediging is van mening dat het advies tot omzetting van de tbs niet te rijmen valt met het eerder geschetste positieve beeld. Wanneer betrokkene tbs met dwangverpleging krijgt, dan zal het, gelet op zijn leeftijd, misschien nooit tot resocialisatie komen. Ondanks de negatieve geluiden, zou betrokkene een tweede kans moeten krijgen. Er moet aan de indicatie gewerkt worden. Gelet op het eerder geschetste positieve beeld, zouden er wel kansen bij een andere kliniek moeten zijn.
De verdediging verzoekt de vordering van de officier van justitie af te wijzen.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft aan betrokkene bij de beslissing tot terbeschikkingstelling de volgende voorwaarden betreffende zijn gedrag gesteld:
* zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
* zich, als de reclassering dat nodig vindt en verdachte daarmee instemt, voor een time-out
laat opnemen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze
time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven
weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot
maximaal veertien weken per jaar;
* niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat
zonder toestemming van de reclassering;
* zich laat opnemen in [kliniek 2] te [plaats] of een soortgelijke zorginstelling,
te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname
duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de
aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan
hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als
de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke
opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
* aansluitend aan de klinische behandeling zijn medewerking verleent aan een (forensisch)
ambulant vervolgtraject, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de
reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die
de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het
innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* aansluitend aan de klinische opname zijn medewerking verleent aan een
hulpverleningstraject dat is gericht op huisvesting of een andere instelling voor beschermd
wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt
zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het
dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
* zich zal onthouden van het gebruik van drugs en zich verplicht ten behoeve van de
naleving van dit verbod mee te werken aan urineonderzoek. De reclassering bepaalt met
welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* zich zal onthouden van het gebruik van alcohol en zich verplicht ten behoeve van de
naleving van dit verbod mee te werken aan ademonderzoek of urineonderzoek.
De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt
gecontroleerd:
* zijn medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, daaronder begrepen dat
verdachte:
• zich meldt op afspraken bij de reclassering, waarbij de reclassering bepaalt hoe
vaak dat nodig is;
• medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of het ter
inzage aanbieden van een geldig identiteitsbewijs (als bedoeld in artikel I van de
Wet op de identificatieplicht) ten behoeve van het vaststellen van de identiteit;
• zich houdt aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering die nodig
zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te bewegen tot naleving
van de voorwaarden;
• de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze
foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
• zijn medewerking verleent aan huisbezoeken door de reclassering;
• de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling
door andere instellingen of hulpverleners;
• zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
• meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact
hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;
De rechtbank constateert dat het, zoals door de verdediging gesteld, binnen de FPK van de [kliniek 2] overwegend goed is gegaan. De rechtbank stelt echter ook vast dat het na afschaling naar de setting van de [kliniek 2] heel snel mis is gegaan. Ondanks zijn verblijf op een klinische behandelafdeling wordt betrokkene verdacht van het plegen van een strafbaar feit, waarbij door hem geweld is gebruikt. Daarnaast blijkt uit de rapportage van de reclassering dat betrokkene zijn bijzondere voorwaarden meermaals overtreden heeft.
Daarbij valt op dat betrokkene geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedragingen. Hij legt de schuld vaak buiten zichzelf, het ontbreekt hem aan ziektebesef en hij is niet open over zijn situatie en gevoelens richting het behandelteam en de reclassering.
De rechtbank weegt mee dat betrokkene in het verleden al een tbs met dwangverpleging opgelegd heeft gekregen en daarbij een behandeling van ongeveer acht jaar heeft doorlopen. Ondanks dat traject is er sinds 2011 een opeenstapeling van delicten geweest, wat uiteindelijk uitgemond heeft in de huidige maatregel in verband met wederom een brandstichting.
De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande blijkt dat betrokkene onvoldoende geleerd heeft van het verleden. De kans op herhaling wordt door de reclassering dan ook als groot bestempeld. Er zal een langdurig klinisch behandeltraject nodig zijn met een voldoende hoog beveiligingsniveau om recidive te voorkomen en dit kan niet geboden worden binnen het huidige juridische kader.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat betrokkene zich niet aan de gestelde voorwaarden heeft gehouden en dat de gestelde voorwaarden onvoldoende zijn gebleken om het risico op herhaling van het plegen van strafbare feiten te beperken. Op grond daarvan dient alsnog de verpleging van overheidswege van betrokkene te worden bevolen.
Betrokkene zal zich moeten conformeren aan de adviezen en aanwijzingen die door het behandelteam worden gegeven en hij zal verantwoordelijkheid moeten nemen voor zijn eigen gedrag. Dan pas kan toegewerkt worden naar een mogelijk succesvolle resocialisatie. Hij zal binnen het kader van een tbs met dwangverpleging die start moeten maken.

7.De beslissing.

De rechtbank beveelt dat
[betrokkene]alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.E.I. Beudeker, voorzitter, mr. M. van de Wetering en mr. R. Combee, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.R. Tafazzul en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 augustus 2025.