ECLI:NL:RBZWB:2025:5528
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling definitieve tegemoetkoming op grond van de NOW-3 en terugvordering van onterecht ontvangen subsidie
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 29 juli 2025, wordt de definitieve tegemoetkoming op grond van de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-3) behandeld. Eiseres, een kapperszaak, had een aanvraag ingediend voor de NOW-3, maar heeft de definitieve aanvraag te laat ingediend. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarom besloten dat de subsidie lager vastgesteld moest worden en heeft het voorschot van € 10.671,- teruggevorderd. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft gehandeld. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet binnen de gestelde termijn een aanvraag heeft ingediend, ondanks herhaalde waarschuwingen van de minister. Eiseres heeft aangevoerd dat zij problemen had met het UWV-portaal, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende is om de late indiening te rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de minister de subsidie op nihil mocht vaststellen en de terugvordering van het voorschot gerechtvaardigd is. Eiseres krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De rechtbank wijst erop dat de motiveringsgebreken in het besluit niet hebben geleid tot benadeling van eiseres, waardoor het besluit in stand blijft. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het griffierecht van € 365,-.