Op 15 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 02-820275-16. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling (tbs) met verpleging van overheidswege van de betrokkene, geboren in 1993, verlengd met twee jaar. Dit besluit volgde op een vordering van de officier van justitie, mr. G.W. van der Burg, die op basis van een rapport van de tbs-kliniek tot deze verlenging had gepleit. De rechtbank constateerde dat de betrokkene lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en andere psychische aandoeningen, en dat er nog steeds een hoog recidiverisico aanwezig is. De rechtbank oordeelde dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende tijd bij een verlenging van één jaar. De deskundige van de tbs-kliniek had ook aangegeven dat er veel onduidelijkheid is rondom de repatriëring van de betrokkene naar Angola, wat de situatie verder compliceert. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging, die zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank, toegewezen. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.