4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
t.a.v. feit 1
op 8 januari 2024 te Colijnsplaat, gemeente Noord-Beveland, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,54 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn;
t.a.v. feit 2
op 8 januari 2024 te Colijnsplaat, gemeente Noord-Beveland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de N255,
- na het gebruik van alcoholhoudende drank heeft gereden en
- heeft gereden met een snelheid die hoger lag dan de wettelijk toegestane maximum snelheid en
- zonder zich er voldoende van te vergewissen dat de weg welke verdachte wilde afleggen vrij was en zou blijven een (dubbel) doorgetrokken streep heeft overschreden om een voor hem, verdachte, rijdend voertuig in te halen en
- daarbij in botsing is gekomen met een voor hem, verdachte, op de weg aanwezige tegenligger (personenauto) en met het door verdachte ingehaalde voertuig (personenauto), door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakten het verkeer op die weg werd gehinderd;
t.a.v. feit 3
op 8 januari 2024 te Colijnsplaat, gemeente Noord-Beveland of elders in Nederland, (voorafgaand aan het tenlastegelegde in feit 2) als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de N256 en de N255, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- na het gebruik van alcoholhoudende drank te rijden en
- meermalen te rijden met een snelheid die hoger lag dan de wettelijk toegestane maximum snelheid en
- meermalen een (dubbel) doorgetrokken streep te overschrijden, en
- meermalen over enige afstand spook te rijden en
- een voertuig rechts in te halen,
door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.