ECLI:NL:RBZWB:2025:5428
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- L.W. Boogert
- G.H. Nomes
- L.W. Louwerse
- Rechtspraak.nl
Ontnemingsvordering en vrijspraak in strafzaak
Op 15 augustus 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een betrokkene, geboren in 1987. De officier van justitie had gevorderd dat de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene zou schatten op € 74.825,--, voortkomend uit het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van een hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit. De zitting vond plaats op 1 augustus 2025, waar zowel de officier van justitie, mr. M. Poirters, als de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De verdediging stelde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de ontnemingsvordering, aangezien er in de hoofdzaak vrijspraak was bepleit. De rechtbank heeft in haar oordeel overwogen dat de betrokkene is vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, wat betekent dat de ontnemingsvordering niet ontvankelijk kan zijn. De rechtbank heeft de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare zitting op 15 augustus 2025.