ECLI:NL:RBZWB:2025:5366
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van omgevingsvergunning voor bewegwijzering in Breda
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het verlenen van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van bewegwijzering en signing aan een specifiek adres in Breda. Het college had het bezwaar echter niet-ontvankelijk verklaard, wat eiseres aanvecht.
De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 385,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiseres in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar eiseres heeft dit verzuimd zonder een geldige reden te geven. Artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) stelt dat het griffierecht betaald moet worden om een beroep in te dienen, en het niet tijdig betalen kan alleen verontschuldigbaar zijn als er goede redenen voor zijn.
Aangezien eiseres geen verontschuldiging heeft gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit van het college in stand blijft. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.