Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2011;
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2013.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 juli 2025, heeft de vrouw een vordering ingediend tot vervangende toestemming voor een vakantie naar Spanje met haar minderjarige kinderen, [minderjarige 2] en [minderjarige 1]. De man, haar ex-echtgenoot, had eerder al toestemming verleend, maar de vrouw trok haar vordering in tijdens de mondelinge behandeling op 3 juli 2025. De voorzieningenrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, gezien het belang van de minderjarigen en de persoonlijke levenssfeer van de partijen. Tijdens de behandeling was de vrouw aanwezig met haar advocaat, mr. D.J.A. Burlet, en de man was ook aanwezig. Een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming was ook aanwezig om advies te geven.
De feiten van de zaak zijn dat partijen gehuwd zijn geweest en samen twee minderjarige kinderen hebben. De vrouw heeft het hoofdverblijf van de kinderen, en er is een zorgregeling vastgesteld. De vrouw vorderde vervangende toestemming voor de vakantie van 4 tot en met 13 juli 2025. Tijdens de mondelinge behandeling gaf de man aan dat hij instemde met de vakantie, maar er ontbraken nog enkele documenten. Uiteindelijk heeft de vrouw haar vordering ingetrokken, omdat de toestemming voor de vakantie alsnog was verleend. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.