Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het niet dragen van een autogordel op 9 juni 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 5 maart 2025 is de zaak aangehouden om betrokkene de gelegenheid te geven nadere gronden in te dienen. Op de zitting van 3 juli 2025 is de zaak opnieuw behandeld. Betrokkene was aanwezig, maar zijn gemachtigde, mr. M. Lagas, was niet aanwezig. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij altijd een gordel draagt en dat de verbalisanten de gedraging niet hebben kunnen waarnemen. De kantonrechter heeft overwogen dat er te veel twijfel bestaat over de waarneming van de verbalisanten, waardoor niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de boete vernietigd en de officier van justitie opgedragen het betaalde bedrag aan zekerheid terug te betalen. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 1.230,50 toegekend aan betrokkene.