Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan [betrokkene] B.V. De boete was opgelegd omdat de bestuurder zich links van een doorgetrokken streep bevond op de Rijksweg (N59) te Nieuwerkerk op 4 juli 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 3 juli 2025 was de gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas, niet aanwezig, terwijl de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, wel aanwezig was.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was komen vast te staan op basis van de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van twee afzonderlijke gedragingen, omdat de boetes op verschillende locaties waren opgelegd. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de verbalisant niet in de gelegenheid was om de bestuurder staande te houden, omdat hij in een onopvallend voertuig reed. Hierdoor was het terecht dat de boete aan de kentekenhouder was opgelegd.
De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.