Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen omdat zijn motorrijtuig niet verzekerd was. De betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 3 juli 2025 is de zaak behandeld. De gemachtigde van de betrokkene, mr. N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl, voerde aan dat de betrokkene niet op de hoogte was van het feit dat de auto niet verzekerd was en dat hij direct actie had ondernomen na ontvangst van de brief. De betrokkene heeft niet met de auto gereden en verzocht om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, stelde dat het voertuig verzekerd was tot 2 juli 2023 en dat de verzekering pas op 17 juli 2023 weer in orde was gemaakt. De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 juli 2025.