Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam], casemanager FACT.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 juli 2025 een zorgmachtiging verleend voor de betrokkene, geboren in 1956, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 14 juli 2025. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn de betrokkene en haar advocaat gehoord, evenals de casemanager van FACT. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Ondanks de betwisting van de betrokkene over haar psychische toestand, heeft de rechtbank geen reden gevonden om te twijfelen aan de medische verklaringen die deze diagnose ondersteunen. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat het gedrag van de betrokkene, veroorzaakt door haar stoornis, leidt tot een aanzienlijk risico op ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene niet bereid is om de voorgeschreven medicatie consequent te gebruiken. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van twaalf maanden, tot en met 31 juli 2026, en omvat het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene. De rechtbank heeft andere vormen van verplichte zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.