ECLI:NL:RBZWB:2025:5141
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en verschoonbare termijnoverschrijding
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 16 juli 2024. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd, welke door belanghebbende werd betwist. De rechtbank heeft op 31 juli 2025 de zaak behandeld, waarbij belanghebbende aanwezig was, maar de heffingsambtenaar niet. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk is, ondanks dat het beroepschrift buiten de termijn is ingediend. Belanghebbende was ten tijde van de termijn opgenomen in het ziekenhuis, wat de termijnoverschrijding verschoonbaar maakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar niet voldoende heeft aangetoond dat het betaald parkeren op de betreffende locatie duidelijk was aangegeven. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de naheffingsaanslag opgeheven. De heffingsambtenaar moet het griffierecht van € 51,- aan belanghebbende vergoeden.