6.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft in een periode van vijf weken drie strafbare feiten gepleegd. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, een bedreiging van een buschauffeur en een straatroof. Bij de straatroof heeft verdachte ook daadwerkelijk fysiek geweld toegepast door het slachtoffer met kracht bij zijn nek te pakken om er zo voor te zorgen dat de winterjas en de schoenen, die het slachtoffer aan had, bij hem konden worden weggenomen. Het kan niet anders dan dat dit voor het slachtoffer een beangstigende situatie is geweest.
De bedreiging van de buschauffeur is voor de buschauffeur ook een beangstigende situatie geweest. Hij was zijn beroep aan het uitoefenen en mag in dat kader ook aanwijzingen geven, zonder dat hij vervolgens bedreigd wordt.
Ook de winkeldiefstal is een ernstig feit waarmee schade wordt toegebracht aan [kledingwinkel] en daarmee ook aan de consumenten, aan wie de schade uiteindelijk in de verkoopprijzen wordt doorberekend.
Verdachte heeft met zijn handelen op geen enkele wijze respect getoond voor de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en de eigendommen van een ander. Verdachte heeft angst en verdriet veroorzaakt bij de slachtoffers van de straatroof en de bedreiging en kennelijk alleen aan zijn eigen financieel gewin gedacht. Ook in het algemeen maken dit soort feiten een grove inbreuk op de rechtsorde en versterkt en bevestigt het de in de samenleving levende gevoelens van angst en onveiligheid. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op de rapportage van de Raad en de mondelinge toelichting daarop ter zitting. De Raad ziet risicofactoren binnen verschillende domeinen. Verdachte heeft weinig tot geen sociale contacten, er is sprake van oplopend verzuim op school en hij heeft ingrijpende gebeurtenissen in zijn jeugd meegemaakt. Op dit moment heeft de vader geen rol in het leven van verdachte. Hierdoor ligt het toezicht, de begrenzing en de voorbeeldrol bij de moeder. Ondanks dat de jeugdreclassering en de moeder aandacht hebben voor de genoemde domeinen is het nog niet gelukt om (voldoende) grip op verdachte te krijgen. Dit blijkt onder meer uit het feit dat verdachte de schorsingsvoorwaarde van huisarrest twee keer heeft overtreden. Dit maakt de kans op recidive groter.
De Raad vindt het van groot belang dat de jeugdreclassering betrokken blijft bij verdachte. De Raad adviseert een onvoorwaardelijke werkstraf en daarnaast een voorwaardelijke jeugddetentie als stok achter de deur. De Raad adviseert daarbij, naast de algemene voorwaarde dat verdachte geen nieuw strafbare feiten mag plegen, de bijzondere voorwaarden op te leggen dat verdachte:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Brabant te Tilburg te bepalen periode en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal
melden bij de jeugdreclassering, zo frequent en zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan de invulling van een passende dagbesteding in de vorm van passend onderwijs, stage of werk;
- meewerkt aan het verkrijgen van meer inzicht in zijn sociale contacten;
- meewerkt aan de ambulante hulpverlening die en voor zo lang als door de jeugdreclassering nodig wordt geacht.
De jeugdreclassering heeft ter terechtzitting een toelichting gegeven op het verloop van het schorsingstoezicht. De jeugdreclassering geeft aan dat verdachte inmiddels open staat voor samenwerking en de afspraken die worden gemaakt nakomt. Hij heeft nog wel twee keer zijn schorsingsvoorwaarden overtreden. Met verdachte bespreekt de jeugdreclassering hoe het komt dat hij in de problemen komt. Het schoolverzuim was hoog, maar sinds verdachte naar [locatie] gaat is er sprake van een verbetering.
De straf
De rechtbank komt tot het oordeel dat de feiten zoals door verdachte gepleegd een jeugddetentie, al dan niet in voorwaardelijke vorm, rechtvaardigen. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder laten meewegen de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, daarnaast heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd.
In strafverzwarende zin weegt de rechtbank mee dat de bedreiging was gericht tegen een buschauffeur ten tijde van de uitoefening van zijn beroep en dat er bij de straatroof sprake was van medeplegen. In strafverminderende mate heeft de rechtbank rekening gehouden met de nog erg jonge leeftijd van verdachte en de strenge schorsingsvoorwaarden waaraan hij zich heeft moeten houden.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de eis van de officier van justitie passend en geboden is. Zij neemt die dan ook over en legt aan verdachte op een werkstraf van 100 uur met aftrek van het voorarrest en een voorwaardelijke jeugddetentie van twee weken met een proeftijd van twee jaren.
De voorwaardelijke jeugddetentie dient verdachte ervan te weerhouden opnieuw soortgelijke feiten te plegen, wetende wat hem dan boven het hoofd hangt. Aan de proeftijd worden de door de Raad geadviseerde bijzondere voorwaarden gekoppeld, te weten dat verdachte meewerkt aan de invulling van een passende dagbesteding in de vorm van passend onderwijs, stage of werk, meewerkt aan het verkrijgen van meer inzicht in zijn sociale contacten en meewerkt aan hulpverlening die de jeugdreclassering nodig acht.
Aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Brabant wordt de opdracht gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en om verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan drie strafbare feiten, waarbij hij bij de straatroof daadwerkelijk fysiek geweld heeft toegepast en de buschauffeur heeft hij gedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht. Daarnaast is verdachte in mei 2025 nog twee keer in contact gekomen met de politie vanwege vechtpartijen. Er is kortom sprake van misdrijven die gericht zijn tegen en een gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Gelet op het advies van de deskundigen is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw dergelijke misdrijven zal begaan. Daar komt bij dat verdachte het contact met de jeugdreclassering zelf ook nuttig vindt. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zullen worden opgelegd en het toezicht door de jeugdreclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.