Uitspraak
[de bewindvoerder] , IN DIENS HOEDANIGHEID VAN BEWINDVOERDER OVER DE (TOEKOMSTIGE) GOEDEREN VAN [gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de huurachterstand van € 3.635,00 centraal. De eiser, die de woning verhuurt, heeft de bewindvoerder en gedaagde 2 aangeklaagd voor het betalen van deze achterstand. De huurovereenkomst is voor € 850,00 per maand en de achterstand is ontstaan door onduidelijkheid over wie verantwoordelijk was voor de huurbetalingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand bestaat en dat de bewindvoerder en gedaagde 2 in verzuim zijn met het betalen van de huur. De eiser heeft de ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat ontbinding in dit geval niet gerechtvaardigd is. De bewindvoerder en gedaagde 2 hebben inmiddels de lopende huur weer op tijd betaald en hebben plannen om de achterstand in te lopen. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst afgewezen en de bewindvoerder en gedaagde 2 veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 9 juli 2025.