In deze zaak heeft de kinderrechter op 17 juli 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige], verblijft sinds oktober 2024 bij pleegouders en heeft een fors verstoorde verstandhouding met haar ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zich zonder de maatregelen niet veilig voelt en dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor haar gevoel van veiligheid en stabiliteit. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot de meerderjarigheid van de minderjarige, die op 17 augustus 2025 zal plaatsvinden. De kinderrechter heeft ook de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot dezelfde datum. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ouders van de minderjarige zijn op de hoogte gesteld van de procedure, maar zijn niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De kinderrechter heeft de belangen van de minderjarige vooropgesteld en benadrukt dat de huidige situatie moet worden gecontinueerd om haar ontwikkeling te waarborgen.