Op 25 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van twee opleggers met stalen profielen, toebehorende aan een bedrijf. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van deze diefstal op 26 april 2023, samen met twee medeverdachten. Tijdens de zitting op 11 juli 2025 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De officier van justitie vorderde integrale vrijspraak, terwijl de verdediging ook pleitte voor vrijspraak, onderbouwd met verklaringen van medeverdachten die inconsistent waren. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachten als bewijs gebruikt, waarbij werd vastgesteld dat er sprake was van een nauwe samenwerking en een aansturende rol van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de diefstal en legde een gevangenisstraf van 9 maanden op, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werd de benadeelde partij, het bedrijf, gedeeltelijk in het gelijk gesteld en werd een schadevergoeding toegewezen voor de gestolen stalen profielen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk was voor de schade, samen met de medeverdachten.