In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk. Eiseres had op 2 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning 1e fase voor de uitbreiding van een vleeskuikenbedrijf op een perceel in [plaats]. De rechtbank oordeelt dat het college niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag, wat heeft geleid tot het beroep van eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn waarbinnen het college had moeten beslissen op de aanvraag, namelijk zes maanden, inmiddels is verstreken. Eiseres heeft het college op 26 juli 2024 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om zonder zitting uitspraak te doen, omdat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank legt het college een termijn op van twee weken om alsnog een besluit te nemen. Daarnaast wordt er een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt ook de bestuurlijke dwangsom vast op € 1.442,-, omdat het college de hoogte hiervan niet zelf heeft vastgesteld. Eiseres krijgt het griffierecht vergoed, maar heeft geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.
De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en is openbaar gemaakt op 30 januari 2025. De rechtbank heeft de beslissing geformuleerd in de vorm van een aantal bepalingen, waaronder de verplichting voor het college om binnen twee weken een besluit bekend te maken en de vaststelling van de dwangsom.