ECLI:NL:RBZWB:2025:4776
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaald griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 23 juli 2025, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 11 december 2024, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 194,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, wat betekent dat er geen goede reden is gegeven voor het verzuim.
De griffier heeft eiser herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar de brieven zijn geretourneerd omdat eiser niet meer op het opgegeven adres verblijft. Ondanks pogingen om eiser via e-mail te bereiken, heeft hij geen reactie gegeven. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter M. Snoeks, in aanwezigheid van griffier A.C.M.B. Flos, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.