ECLI:NL:RBZWB:2025:4776

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
BRE 25/506
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaald griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 23 juli 2025, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 11 december 2024, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 194,- niet heeft betaald. De rechtbank wijst erop dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, wat betekent dat er geen goede reden is gegeven voor het verzuim.

De griffier heeft eiser herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar de brieven zijn geretourneerd omdat eiser niet meer op het opgegeven adres verblijft. Ondanks pogingen om eiser via e-mail te bereiken, heeft hij geen reactie gegeven. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter M. Snoeks, in aanwezigheid van griffier A.C.M.B. Flos, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 25/506

uitspraak van de enkelvoudige kamer van [*] in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de minister.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van de minister van 11 december 2024.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 194,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiser het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eiser bij brief van 29 januari 2025, aan de PI Middelburg, gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. Deze brief is geretourneerd aan de rechtbank met de mededeling dat eiser hier niet meer verblijft. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 27 februari 2025, aan de PI Middelburg, eiser nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Deze brief is ook geretourneerd aan de rechtbank met de mededeling dat eiser hier niet meer verblijft.
Vervolgens heeft de griffier eiser op 2 april 2025 via de mail proberen te bereiken met de geretourneerde brieven bijgevoegd. Hierbij is medegedeeld dat de rechtbank eisers huidige adresgegevens wil ontvangen, hier is een termijn van twee weken voor gesteld. Eiser heeft genoemde mail geopend, maar verzuimd hier reactie op te geven.
5. Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van A.C.M.B. Flos, griffier op ? en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.