Op 18 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten, waaronder woninginbraak, diefstal met een valse sleutel en heling. De verdachte, geboren in 1976 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Grave, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. P.D.M. van Oers. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 4 juli 2025, waarbij de officier van justitie, mr. E. Kool, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging omvatte onder andere woninginbraken op 19 mei en 8 juni 2024, diefstal van een auto en heling van sieraden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 19 mei 2024 een woning is binnengedrongen en goederen heeft weggenomen, waaronder een handtas en pinpassen. Tevens heeft hij met een gestolen autosleutel een auto gestolen en met de gestolen pinpassen geld gepind. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele feiten, maar achtte de bewezenverklaring van de woninginbraak, diefstal en heling wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 10 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en veroordeelde de verdachte tot schadevergoeding aan de benadeelde partij. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.